Kijk ze nou lekker eten en scharrelen. Dit zijn allemaal hele bijzondere paarden. Want ze zijn allemaal oud en met pensioen. Want net als mensen worden paarden ook bejaard. Je mag een paard bejaard noemen vanaf ongeveer z'n 20e levensjaar. Nu denk je misschien: 20 jaar, is toch helemaal niet zo oud?! In een mensenleven niet, maar EEN paardenjaar staat gelijk aan 2,5 mensenjaren. Een paard wordt gemiddeld 30 jaar oud. Dat is omgerekend naar mensenjaren 75 jaar. Dat vind ik dus best wel oud. In Nederland zijn zo'n 45.000 bejaarde paarden en pony's en zij kunnen hier in Soest terecht in een speciaal bejaardentehuis voor paarden. Vroeger werden paarden veel meer gebruikt als werkpaarden dan nu. In het begin woonden hier vooral heel veel werkpaarden. Paarden van de schillenboer, van de melkboer, de groenteboer. Er was zelfs een circuspaard. Maar ook politiepaarden zoals Teun. He? Ah, dat is Polly. Ja, Polly is een manegepony van 34 jaar oud. Aan Polly kun je mooi de kenmerken van een bejaard paard zien. Het grijze hoofd, net als bij mensen. De holle kuilen boven z'n ogen. En de rug is iets meer doorgezakt dan van een jong paard. Hard gewerkt heeft-ie. Ja, altijd hard gewerkt. Er zijn hier verschillende kuddes paarden. Zo staat hier de kudde van de slechte en matige eters bij elkaar.
Dan heb je ook nog de kudde voor de goede eters. En zelfs een kudde paarden met een beetje overgewicht. Al die verschillende kuddes hebben hun eigen speciale dieet. We gaan nu de zacht gemaakte vezel maken. Dus we doen eerst water in een kruiwagen. Oe! Zo. Twee emmers zemelen gaan we erin doen. Anderhalf van deze, slobber mash. Tweeënhalve emmer van deze. Wooh! Haha. Dit zijn puur vezels, toch? Ja, dat zijn vezels voor paarden die moeite hebben om gras te kauwen. Een paard moet iedere dag vezels hebben. Dus wij hebben vervangende vezels voor die paarden. Oke. Dus die krijgt lekker dit goedje. Ja. Hoeveel mag-ie? Drie grote, volle scheppen. Nou jongen, kijk eens. Oh! Harrit, jij bent paardenarts. Jij bent hier regelmatig te vinden, want 't zijn allemaal oude paarden. Waar let jij op als je ze controleert? Dan begin ik bijvoorbeeld bij de mond. Paarden hebben nogal eens een slecht gebit. O, ja. Je ziet dat dit ook allemaal een beetje...Ja, ah. Verder kijk ik dan naar de slijmvliezen. Oe! Die kun je hier zien. Dit is roze, zo hoort het eruit te zien. Oke. Verder voel ik tussen de kaaktakken, of daar opgezette klieren zitten. Ik luister eens even goed naar het hart. Of de hartslag goed is en of ik geen rare geluiden hoor. Als we Dat gedaan hebben, kunnen we de temperatuur opmeten. O, ja. Gewoon, hoppa. Even... achterin. Nou, die is bij Anouk...Keurig? Keurig. 37,5.Nou, Anouk! Het gaat hartstikke goed met jou, he? Gijsbert, je bent hoefsmid en komt hier iedere twee weken langs. Wat doe je dan precies? Ik kom de paarden bekappen. Dat is nagels knippen, toch? Ja. Van de 120 paarden hier lopen er 118 op blote voeten. Zonder hoefijzers? Ja. En die andere twee lopen op advies van de dierenarts op hoefijzers. Zit er een verschil tussen oudere en jongere paarden? De oudere paarden zijn strammer in de benen. Die hebben moeite met…Ja, dat moet je een beetje voorzichtig optillen. Die moet je een beetje helpen? Ja. Ah! De hele ochtend mogen ze lekker buiten staan met z'n allen. Dan gaan ze naar binnen en krijgen rustig de tijd om lekker te eten. En dit is Paddock Paradise. De naam zegt het al, het is echt een paradijs. Een paddock is een zandbak en dit gebied is negen voetbalvelden groot. Dat betekent heel veel ruimte voor de paarden. Ze hebben ook heuvels waar ze lekker kunnen wegkijken. Zeven eetplaatsen. Ze hebben een poel waar ze met de voeten in kunnen staan en lekker kunnen drenken. Er is een rustplaats, daar kunnen ze chillen. En er zijn wandelpaden waar de paarden niet vanaf kunnen want het hele gebied is omheind. Maar hoe goed de paarden het ook hebben, soms worden ze toch ziek. Dan worden ze naar deze speciale ziekenboeg gebracht. Deze ziekenboeg is veel groter dan de gewone stallen. Dat is lekker voor het paard, heeft hij meer ruimte. En dan kunnen we de dierenartsen en medewerkers er ook goed bij, om goed te verzorgen. Er hangen rubberen matten aan de zijkant om te zorgen dat de paarden zich geen pijn doen. Jullie hebben hier een hartstikke goed leven, jongens. Als het echt niet meer gaat met een oud paard, wat doen jullie dan? Als het echt niet meer gaat, als het paard erg veel pijn heeft en we kunnen hem echt niet meer beter maken... dan laten we het paard inslapen. Dat is natuurlijk helemaal niet leuk. Maar een paard wat echt doodongelukkig is van de pijn…dat kan niet, dat kan niet. Maar Fortuin hoeft nog geen spuitje, toch? Nee, Fortuin is weer mooi opgeknapt. Stond alleen effe in de ziekenboeg. Ja, ja. Je blijft nog heel lang bij ons, he? Ja. Wooh. Dit zijn de bordjes van de overleden paarden. Paarden die hier overlijden krijgen eervol plekje in onze paardenhemel. Best indrukwekkend eigenlijk. Ja. Maar leuk dat de herinnering zo bewaard blijft. Naast onze paardenhemel hebben we onze eregalerij. Daar staan de 650 bewoners op die tot nu toe hier geleefd hebben of nu nog op De Paardenkamp wonen. Komen alle paardjes hier hun oude dag hebben gesleten, voorbij. Ja. Er wordt tot het einde heel goed voor jullie gezorgd hier, he. Jullie blijven nog even bij ons, toch?