Vrouwen aan de top in het bedrijfsleven. Het is een weerbarstig, taai thema. Er zijn simpelweg naar verhouding veel meer mannen dan vrouwen die aan de touwtjes trekken. Als je het vergelijkt met andere landen is het een stuk slechter. Ze zijn op de vingers van één hand te tellen. Met veel respect voor de enkelingen die er wel in zijn geslaagd. Maar de bestuurskamer van de gemiddelde Nederlandse onderneming is een mannelijke kamer. Er komt nu een overeenkomst. Die ertoe leidt dat bedrijven zelf gaan vastleggen welk percentage vrouwen zij in de leidinggevende functies willen hebben.
In Nederland wordt hier al decennia over gesproken. Het percentage stijgt, maar het schiet niet op. In de raad van commissarissen van de 4700 grootste bedrijven is het aandeel vrouwen in 2012 9,8 procent. Dit percentage loopt maar langzaam op. In 2015 is het 12,5 procent en vorig jaar was dit 18,4 procent.
Nederland bungelt onderaan in Europa. Er zijn landen waar sancties worden toegepast bij bedrijven die het quotum niet halen. In Duitsland, Frankrijk en Italië lijkt deze methode te werken. Noorwegen is koploper in Europa, de regering wilde al in 2005 een quotum van 40%. Als stok achter de deur was er de dreiging om onwillige bedrijven van de beurs te halen. Dat hielp. Het percentage vrouwen in de top steeg binnen twee jaar van 22 naar ruim 40%.