De winter is voorbij. Af en toe zijn er al lekker warme, zonnige dagen. Het is tijd voor adders om wakker te worden uit hun winterslaap.
De mannetjes worden het eerst wakker. Als ze een beetje opgewarmd zijn gaan ze op pad om hun territorium te verkennen. Soms komt een mannetje een andere mannetje tegen. Ze voeren dan ingewikkelde schijngevechten uit. Ze duwen elkaar weg en kronkelen om elkaar heen. De giftanden gebruiken ze niet. Meestal verwonden ze elkaar niet eens. Het is een eerlijk gevecht met duidelijke spelregels. Een van beide vechtersbazen heeft er genoeg van en gaat er vandoor.
Dit vrouwtje is ook wakker geworden en geniet van een zonnebad. Het mannetje heeft haar geroken en gaat naar haar toe. Een mannetje heeft opvallende, zwarte vlekken over de hele lengte van zijn lichaam. Deze vlekken vormen een zigzagpatroon. Vrouwtjes hebben die vlekken ook, maar minder duidelijk.
Het voorspel tot een paring begint. Dit heet de balts. Het mannetje glijdt met schokkende bewegingen over de rug van het vrouwtje. De tong schiet voortdurend even naar buiten en raakt het vrouwtje even aan. Zo ruikt hij of ze wil paren. Hij rolt zijn staart om haar heen. De paring kan beginnen Dit paren kan wel een paar uur duren. Tenslotte krijgt het vrouwtje er genoeg van. Ze maakt zich los en gaat weg.
In de loop van de zomer is het vrouwtje flink op jacht geweest. Nu, drie maanden na de paring, is ze hoogzwanger en beweegt traag. In haar dikke buik zitten een jonge addertjes. De geboorte staat voor de deur. Het eerste jong wordt naar buiten geperst. Het is nog helemaal opgevouwen en verpakt in een doorzichtig vlies. Zelfs de kop is ermee bedekt.
Het addertje bevrijdt zich zo snel mogelijk uit het vlies. De resten schudt het van zich af . Even wennen. Al gauw weet het jong zijn eigen weg te vinden.