Nacht und Nebel. Zonder informatie, zonder voldoende voeding. Niet meteen vermoord, maar toch wel langzaam naar de dood gedreven door het slaven werk dat een NN-gevangene moest doen. ‘Zurückkehr niet erwünscht’, zoals dat bij de nazi's heette. ‘Terugkeer niet gewenst.’ En dat terwijl het er aan het begin van de bezetting nog zo anders had uitgezien. Dat is iets wat we achteraf weleens vergeten. Maar in 1940 en 1941 zag het bezettingsleger regime en nog niet heel kwaad uit. De Duitsers leken te hechten aan een rechtsorde. Niet helemaal de onze, maar goed. Was er verzet, dan kwam dat ordelijk en openlijk voor de rechter. En zoveel verzet was er toen ook nog niet. NSB'er pesten, kabels doorsnijden, beetje spionage, amateuristisch allemaal en klein, met soms een zware straf. Maar wie dacht bij dit soort verzet nou aan jaren ‘Nacht und Nebel’? We wilden Engeland, naar de overkant, om deel te nemen aan de geallieerde strijdmachten. Ik in de marine en Van Mesdag in de air force, om Nederland te bevrijden. Hoe wilde u daar komen? Met mijn kano en met een motor van de Jaap van Mesdag. U wilde met een kano naar Engeland? Ja, we wilden met een vouwkano naar Engeland. Ik had wel meer op de zee gevaren, het was voor mij geen probleem. Maar dat is dus helemaal misgelopen. Want de nacht dat we vertrokken zijn, is het weer omgeslagen. Totaal. Golven en koppen op de golven. En daar was het bootje echt niet voor gemaakt. Dus langzamerhand liepen we vol. En toen hebben we dus die boten gezien. Voorposten boten van de Duitsers waren dat. Jaap van Mesdag had een trompet bij zich, want hij wou bij de Air Force Band spelen, en die heeft het SOS geblazen en die heeft gemaakt dat ze ons hoorden en dat ze ons opgevist hebben. Die oorlog beroerde ons allemaal zeer. Het irriteerde mij bijvoorbeeld als je op de Van Baerlestraat liep en dan liepen die kerels met hun zware laarzen te stappen en zongen daar dan nog een gruwelijke, heldhaftige liederen bij. Ik kon dat niet verdragen. En op iedere straathoek kwamen enorme aanplakbiljetten in twee talen met daarop het nieuws dat ze ons te bieden hadden. En op een gegeven moment stonden er op de mededeling dat er gewoon tien of twaalf mensen waren doodgeschoten. Een daarvan was een schoolvriend van mij, Bob Murray. En toen was dat het moment dat ik dacht:’Maar dat nemen we niet meer. Daar moeten we gewoon iets aan doen.’ Na enig zoeken kwam we in contact met de organisatie die wilde naar Engeland. We zijn gewoon naar IJmuiden gegaan en daar lag inderdaad een Urker visser. En die zou ons naar Engeland brengen. We zijn stuk voor stuk aan boord gegaan. Stuk voor stuk kregen we een hand en die hand trok ons meteen in het ruim. En daar waren twee matrozen, gespierde matrozen van de Kriegsmarine, die ons op de grond trokken en boeiden. En dan zaten we. Het was een verraden zaak, dat was wel duidelijk. Wie aan het begin van de oorlog was opgepakt, kon nog hopen op een milde straf. In Nederland zwaaide Arthur Seyss-Inquart de scepter, die ondanks zijn fraaie uniform een burger was, een jurist die hechtte aan regels en nog een tijdje dacht dat hij ons land met zachte hand kon nazificeren. Dinsdag 1 september. Ernst belt op uit Rotterdam dat hij is opgepakt. Heel gelaten vertelde hij het. En dat vader en moeder de volgende dag moesten komen om een koffertje met schoon goed te brengen. De Duitser waar hij was, was gelukkig heel geschikt. Heeft hem zelfs zijn schoenen geleend. De situatie lijkt nog niet heel dramatisch als je dit leest. Nee. Ze dachten: ‘Hij wordt gevangengezet en hij wordt verhoord en dan komt er niks tevoorschijn, dus dan mogen ze misschien wel weer weg. Maar zo was het niet. Ja, dit is helemaal wat ik gewend was. God ja, is een tijd geleden hoor. Tja. In mei ben ik erin gekomen en in september ging ik er weer uit. En al die tijd in deze cel gebleven? Ja, we hadden Einzelhaft. Dat wil zeggen dat we geen bezoek kregen en geen luchtje konden scheppen. Je bleef altijd in de cel. Ja. De eenzame opsluiting van Pim Reintjes is de voorbode van een nog veel zwaardere straf. In de loop van 942 voeren de nazi's in West-Europa een nieuw regime in. Ze zijn verwikkeld in een strijd op leven en dood aan het oostfront en willen gewapend verzet in het westen in de kiem smoren. Dieptepunt van de repressie is een maatregel die arrestanten feitelijk van alle rechten berooft, het beruchte: Nacht en nevel bevel. Het ‘Nacht und Nebel’ Erlass betekent dat mensen alleen nog maar voor een Duitse rechter kunnen verschijnen als het zeker is dat zij ter dood worden veroordeeld. Als dat niet zo is, dan is het beter om deze mensen niet meer voor de rechter te dagen, maar deze te laten verdwijnen in nacht en nevel. Dat betekent dus concreet dat zij geen enkel spoor zouden achterlaten en de Duitsers hoopten dat hierdoor de omgeving van deze mensen zich wel twee keer zouden bedenken voordat ze zelf een verzetsdaad zouden plegen. Zondag 11 juli 1943. Oh, wat ellendig. Ernst is in Duitsland en zonder Jaap nog wel. Vanavond om half acht werd er gebeld. Ik deed open en daar stonden een man en een vrouw die vroegen of vader en moeder thuis waren. Eerst dacht ik dat het een zwarthandelaar was, maar hij liet me een briefje zien dat hij Ernst in Utrecht uit de trein had zien gooien. Dit briefje, dit is het geval. Langzamerhand is het een versleten vodje. Vinder, wil zo goed zijn deze brief te zenden naar Bussum, Koninginneweg 2. Lieve vader, zit in de trein in Utrecht. Zonet van Amersfoort gekomen. Vermoedelijk gaan we naar Natzweiler in de Elzas. Hoe wist u dat u naar Natzweiler zou gaan? Omdat er uhm gevangenen waren in Vught, die werkten op de administratie en die hadden daar gezien dat wij nog allemaal naar Natzweiler moesten. En die hebben ons dat doorgegeven, zodat ik het door kon geven aan mijn ouders. Zei de naam Natzweiler u iets? Toen niet, nee. Geen idee. Natzweiler ligt op een berg, het is 850 meter hoog en het is een steile berg. Het zijn terrassen. Op ieder terras lagen twee barakken en daartussen een klein appèlplaatsje. Dus, je krijgt dan kleren aan die je niet passen en je zag er dus uit als een clown. De gekste combinatie van kleren. En daarbij werd kenbaar gemaakt dat je een NN’er was, want je kreeg op je rug grote letters NN met rode verf. Je had ook strepen op je broek en op je armen. Dus niemand kon het missen dat je een NN’er was. Dat wil zeggen: ieder contact met de buitenwereld was afgelopen. Voorgoed. Het kamp Natzweiler is uitsluitend bedoeld voor de binding van het rode graniet, waarmee de nazi's hun megalomane bouwwerken bouwden. Dus met andere woorden, de Steinbruch (steengroeve) was per definitie de plek waar je te werk werd gesteld. En als Amsterdamse jongen, met lekkere handjes, ja, daar was ik niet tegen bestand. Ik herinner me één geval. Daar was ik werkelijk vertwijfeld. Ik dacht: ‘Dat haal ik niet.’ Avonds als je terugkwam, moesten sommige gevangenen de lege ketels meenemen terug naar het kamp. En die dingen, die waren nogal zwaar, zelfs als ze leeg waren. En dan had het gesneeuwd. De hele zaak was in sneeuw en ijs. En ik had klompen aan, schoenen met houten zolen waar je op uitgleed bij elke pas. En dan met zo'n ketel op je nek. Dan moest je mee met de hele troep, terug naar het kamp en in ‘t gelid. Ik viel elke twee meter. De hele tijd door viel ik weer. Er was niks aan te doen. Je kreeg het niet voor elkaar om recht te lopen. En toen dacht ik op gegeven moment: ‘Hoe houd ik dit in godsnaam uit?’ Want als je niet weer opstond en meeliep, dan werd je doodgeschoten omdat je achterbleef. Dus je moet zien dat je bijbleef. En dat was hels. Helemaal hels was dat. In de late herfst van 1944 naderen Amerikaanse troepen de Elzas. Eind november ontdekken ze het kamp Natzweiler, maar de ‘Nacht en nevel’-gevangenen zijn dan al weg. De Duitsers hebben ze op hun terugtocht meegenomen naar Duitsland, naar een veel groter en bekender kamp in de buurt van München: Dachau. Ik dacht dat het er beter zou zijn, omdat het als zodanig bekend stond. Alleen in de praktijk klopte dat niet, omdat Dachau het laatste kamp was dat bevrijd is. Dus van alle kanten kwamen de evacués samen in Dachau. Ook de Natzweilers gingen naar Dachau. En Dachau was over-, over-, overvol en daar is de vlektyfus uitgebroken. Het grote sterven en het bezwijken dat ik heb meegemaakt, dat was in Dachau en niet in Natzweiler. Al waren daar ook doden hoor, dat wel, maar niet zo aan de lopende band. Hoe zag hij eruit toen hij terugkwam? Nou ja, dat viel toen heel erg mee. Hij was een maand ongeveer nog in Dachau achtergebleven, in quarantaine, en ondertussen door de Amerikanen weer een beetje goed gevoed. En ja. En dus hij had ook weer wat haar op zijn hoofd. Dus het was niet een hele zielige, uitgemergelde figuur die thuiskwam. Wat valt er op? Dat het nog zo vertrouwd aandoet? Hoewel het toch… Hoe lang? Zestig, zeventig jaar geleden is. Hoe kijkt u nu terug op die poging om via een Muide naar Engeland te gaan? Ja luister, ik ben nu een beetje ouder. Ik was toen nog groen als gras en ik dacht als idealist. En ik had goede hoop dat het zou lukken. En als ik er nu op terugkijk, dan was het natuurlijk kinderwerk en onverantwoordelijk. Maar ja, je doet het allemaal voor het vaderland zeg maar.