In de huid zit ons tastzintuig. Onze huid bestaat uit een dikke opperhuid, deze beschermt het lichaam. Daaronder zit nog een laag huid, de lederhuid. In de lederhuid zitten allemaal speciale tastcellen. Met deze tastcellen nemen we de omgeving waar. Zo meten ze bijvoorbeeld dat je aangeraakt wordt maar ook druk, warmte, koude en natuurlijk pijn. De tastcellen geven deze informatie als prikkels door aan je zenuwen. Via je ruggenmerg komen deze prikkels in het tastcentrum van je hersenen. Zo voel je precies als je iets aanraakt en dat het bijvoorbeeld heet is. De hersenen geven dan snel een signaaltje aan spieren waardoor je, je hand snel wegtrekt.