Een gewone foto vind ik niks aan. Dat is mij te snel klaar eigenlijk. Ik noem mijzelf ook niet echt een fotograaf. Ik word wel zo genoemd, omdat het eindresultaat bij mij een fotografische druk is uiteindelijk, dus dan zit ik een beetje in die categorie, maar of het echt fotografie is, dat valt te betwijfelen, omdat ik natuurlijk alles helemaal monteer.
En een gewone foto, dat is een ander vak. Ik heb niet die obsessie om alles te fotograferen wat er gebeurt om me heen. Ik ben echt iemand die graag eraan werkt en het zo bewerkt dat het meer een compositie wordt zoals ik ‘m wil hebben. En het hoeft niet per se realistisch te zijn. Het mag fantasie in zich hebben en er ontstaan tijdens het monteren heel veel toevalligheden ook en je kan heel veel dingen invoeren die heel veel invloed hebben op het uiteindelijke idee en die het idee ook verder brengen, en dat vind ik interessant. Ik sta dus in deze tijd vanwege de techniek die ik hanteer, dus het fotoshoppen.
En wat ik ermee doe valt in een traditie inderdaad, van ja, een paar duizend jaar zou je haast kunnen zeggen, namelijk een figuratief beeld daarmee maken.
Een werk van mij is tot in elk detail gemonteerd, dus je moet je voorstellen dat als je mensen ziet op de foto’s, dan zijn die mensen samengesteld. Dat wil zeggen, dat de ogen en de neus en de mond, die zijn daar ingeplakt als een collage. Maar je kan het in Photoshop natuurlijk heel perfect afwerken, dus dat zie je niet. En dat gaat bij sommige collages heel ver, dus dat gaat tot en met de pupillen, de lichtval in de pupillen, de wenkbrauwen zijn dan los gemonteerd, de lichtval in het gezicht kan los gemonteerd zijn. Dus dat kan je precies zo componeren zoals je dat zelf wil hebben.
Ik creëer de figuurtjes, dat doe ik ook weer omdat ik niet een bestaand persoon wil afbeelden omdat het een fantasie moet zijn. Als ik bijvoorbeeld een model fotografeer, één kind of zo, dan maak ik tussen de 2 en de 300 foto’s, dus ik heb ze in alle standen die ik maar kan verzinnen. En dan gebruik ik nog niet de helft daarvan.
Dit is ‘m geworden.
Ik moet al de standen precies hebben en dan later kom ik er pas achter welke ik precies zal gebruiken.
De klassenfoto, dan heb ik iets van 12 modellen gefotografeerd daarvoor, allemaal netjes met truitjes aan, tenminste, voor zover de kleren hun pasten. Ik koop allerlei kleding die ik kinderen aanbied om aan te trekken en als het niet past, dan doe ik het ofwel op een paspop of ik fotografeer mezelf daarin, dat komt ook wel vaak voor. Want ik kies dan de kleding weer op hoe ie er uitziet en niet op de maat. Nou, van die 12 kinderen heb ik zoiets van 34 combinaties kunnen maken, dus maar dat komt vanwege de gedetailleerde montage die ik doe, dus de neuzen, de monden, de ogen en de wenkbrauwen, het voorhoofd, de wangen, de kin; allemaal dat soort dingen kan ik los combineren, dus dat kan ik elke keer weer hergebruiken in een andere combinatie. 34 kinderen zijn het uiteindelijk geworden. En dat was de hoeveelheid kinderen in een schoolklas toen ik op school zat.