De regels voor het mediagebied kwam tot stand door zowel de Nederlandse wetgever als door de Europese wetgever. De Europese wetgever vindt media heel belangrijk en media gaat ook over de grenzen heen. Dus daarom heeft de Europese wetgever gemeend, dat er een Europese richtlijn moest komen en de laatste richtlijn, die heette “Richtlijn Audiovisuele Mediadiensten” en die regelt eigenlijk over de grenzen heen het mediarecht. En dan is het nog eens zo, dat die Europese regel “minimumharmonisatie” is zoals dat met een moeilijk woord heet, en die minimumharmonisatie houdt in, dat je tenminste aan die regels moet voldoen, maar dat je ook als nationaal land wat daarbovenop kan doen, dus ietsje strenger kan zijn.
Nou, de Nederlandse regelgever heeft, hè, de wetgever heeft dat terughoudend gedaan, maar die heeft wel gezegd: “nou, voor product placement mag het niet zo zijn, dat publieke omroepen product placement in hun programma’s mogen hebben, dat mogen alleen maar de commerciële omroepen”.
Het is heel belangrijk, dat we onafhankelijke informatie laten zien, zeker op de publieke omroep dat moet volkomen onafhankelijk zijn van commerciële invloeden.
Voor commerciële omroepen geldt natuurlijk niet het vereiste van non-commercialiteit, want dat zijn commerciële omroepen. Maar toch moeten ze zich aan een aantal regels houden en met name moeten ze zich aan de regel houden dat er een duidelijk onderscheid is tussen reclame en redactie. En bovendien mogen ze een aantal programma’s niet sponsoren, er mag geen sponsoring plaatsvinden van nieuws en actualiteiten.
Wat je ziet gebeuren is, dat er steeds meer programma’s worden bedacht waarbij het product of de dienst die de markt zeg maar wil verkopen, wordt verpakt in een mooi verhaal of in een spelshow, en dan wordt de consument zeg maar een beetje via de band bereikt.
Product placement, dat is natuurlijk dan ook belangrijk om even uit te leggen wat dat is: dat is het plaatsen van een product, hè, het zegt het al letterlijk, in het televisieprogramma wordt het meegenomen in het script, bijvoorbeeld een koffiezetapparaat dat komt in het beeld terwijl er een programma aan de gang is waar mensen samen met elkaar praten over de actualiteiten van de dag. En dan zie je weliswaar dat koffiezetapparaat in beeld, maar hè, er wordt niet extra aandacht aan besteed, het komt gewoon in beeld en dat is dan toegelaten volgens die product placement regeling.
Ik moet het gras elke week maaien, het is een gekkenhuis, maar kijk: daar heb ik invoer hè, die doet dat volledig automatisch! Daar hoef ik niks aan te doen! Dit is een heel belangrijk punt, want dat is het laatste station, er zit een accu in…
Wat je echt ziet is, dat ze dat product aanprijzen, dat gaat te ver. Hè, dat zijn echt Amerikaanse toestanden, dat mag nou ook weer niet in Nederland. Maar je mag gewoon wel een telefoon laten zien of een koffiezetapparaat, of je mag bepaalde producten laten zien en die mogen zelfs herkenbaar in beeld zijn. Alleen mag je er geen overdreven overdadige aandacht aan besteden. En reclame, dat mag alleen maar tussen de pingels, hè, dat moet duidelijk zijn dat dat ook reclame is in het reclameblok.