Met enorm veel vuur en veel kabaal wordt deze raket de ruimte in gelanceerd. En dat is nodig, want een raket moet erg hard worden weggeschoten, want anders komt ie niet los van de aarde. Dat komt door de zwaartekracht. De zwaartekracht trekt aan ons en alles op aarde. Het houdt ons aan de grond. Om in de ruimte terecht te komen moet je dus kunnen ontsnappen aan die zwaartekracht. Je moet met zoveel kracht worden gelanceerd dat je ver buiten de atmosfeer terecht komt, waar de zwaartekracht niet zo hard meer aan je trekt.
Om satellieten of ruimtvaartuigen de ruimte in te sturen, zijn dus raketten nodig. Raketten werken een beetje als een opgeblazen ballon die je loslaat. De lucht ontsnapt via het tuitje en de ballon schiet weg. De werking van een raket lijkt hier wel een beetje op. De uitlaatgassen die met hoge snelheid uit de raketmotor komen, zorgen ervoor dat die raket omhoog schiet.
Raketten zijn vóór de lancering erg zwaar. Ze wegen wel honderdduizenden kilo’s. Het grootste deel van het gewicht komt van de brandstof die aan boord is. En deze brandstof wordt allemaal verbruikt tijdens de lancering. Met een enorme krachtsexplosie komt de raket los van de aarde. Want alleen als ie meer dan 28.000 km per uur gaat, is de snelheid hoog genoeg om hem buiten de atmosfeer in een baan rond de aarde terecht te laten komen.
De meeste raketten bestaan uit twee of drie delen, die worden trappen genoemd. Als de ruimteraket het deel van zijn brandstof uit een trap heeft verbruikt, laat hij de lege trap vallen. En deze trap valt dan terug op aarde of verbrandt in de atmosfeer.
Raketten lijken iets van deze tijd, maar het idee van raketten is al heel oud. In het oude China wordt de raket uitgevonden en gebruikt om oorlog te voeren met andere volken. Aan die uitvinding danken wij de vuurpijlen, die we afsteken met oud en nieuw. Maar die zijn gelukkig niet zo groot en heftig als deze raketten.