De ruimte begint waar onze dampkring ophoudt. Ongeveer honderd kilometer boven de aarde. Dat is van Den Helder naar Den Haag, maar dan recht omhoog!
In de ruimte komen is niet zo moeilijk. Daar blijven is een ander verhaal. Je kunt met een raket recht omhoog vliegen. Maar zodra de raket is opgebrand, val je als een baksteen terug naar de aarde. Daar zorgt de zwaartekracht wel voor.
Vlieg je met een boogje, dan kom je verderop neer. Ook dat is niet genoeg. Raketten moeten zo hard met een boog vliegen, dat ze achter de horizon vallen. En blijven vallen. Om de aarde heen! Om in de ruimte te blijven moet je minimaal 28.000 kilometer per uur vliegen. Dat is 25 keer sneller dan een passagiersvliegtuig.
Het geheim van een succesvolle ruimtereis is dus niet hoe hoog je vliegt. Het gaat erom hoe snel je vliegt.
Vanuit Cape Canaveral in Florida vertrokken Mike Collins, Buzz Aldrin en commandant Neil Armstrong in 1969 naar de maan. Met de Saturnus V. Een slim ontworpen raket.
Hij bestond uit drie op elkaar gestapelde raketten. Trappen noem je die. Zo’n drietrapsraket wordt nog steeds gebruikt om mensen naar de ruimte te lanceren.
Als de brandstof van de eerste trap op is, valt dat stuk raket terug naar de aarde. Kleiner en dus lichter gaat de rest van de raket verder. Na een tijdje is ook de tweede trap opgebrand. Opnieuw valt een stuk raket weg.
Zo ging het toen ook, in 1969. Met de laatste rakettrap vloog de bemanning eerst naar een baan rond de aarde. Ze controleerden alle systemen en zetten de motor daarna weer aan voor de lange reis naar de maan.
Daar gingen ze, die Amerikaanse astronauten aan boord van de Apollo 11 capsule, samen met de maanlander Eagle. Drie dagen lang zaten ze in een ruimte zo groot als een bestelbusje. Op weg naar het grote onbekende...
Neil Armstrong en Buzz Aldrin namen plaats in de maanlander. Om af te dalen naar het oppervlak. Michael Collins bleef achter in de commandomodule en draaide rondjes om de maan. Een paar uur later was het zover. Neil Armstrong zette voor het eerst in de geschiedenis voetstappen op een andere wereld. Twaalf mensen hebben op de maan gelopen. Het was een geweldig avontuur dat in de hele wereld werd gevolgd. De laatste maanreis was in 1972. Daarna zijn er nog vierhonderd astronauten de ruimte ingegaan, maar nooit meer zo ver. Nooit meer naar de maan.