De protestacties in Amsterdam stapelen zich op en te midden van het tumult ontstaat er een opvallende groep. Provo. Provo daagt het gezag uit. Het stadsbestuur en de politie. Provo ziet zichzelf als een anarchistische, geweldloze protestbeweging met als doel verzet waar het maar kan. Maar wat grappig is, is dat die naam Provo die is gewoon eigenlijk gejat. Provo is namelijk het wetenschappelijke woord dat een criminoloog gebruikte om die losgeslagen jeugd van de jaren vijftig te duiden. Die zeggen van ze provoceren. Wij noemen hen provo's. En toen dachten de oprichters van Provo he, maar dat is een goede naam. Dit wordt onze geuzennaam.
Sympathisanten zijn altijd welkom en worden door de provo's enthousiast ontvangen. Provo's zijn tegen materialisme. Het leven in de stad draait in hun ogen alleen nog maar om het kopen van spullen en braaf burgerschap, zonder inspiratie. Met flyers en originele acties proberen ze mensen aan het denken te zetten. En ze provoceren bewust de autoriteiten om extra aandacht te genereren. Aandacht voor misstanden in de stad, zoals voor wat zij noemden de asfaltterreur. Door de toegenomen welvaart kunnen steeds meer mensen zich een eigen auto veroorloven en de binnenstad loopt daardoor helemaal vol. Provo wil die auto eigenlijk uit de binnenstad weg hebben. Dat ding dat vervuilt. Dat ding wordt ook wel de heilige koe van de asfaltjungle genoemd. De provo's bedenken een uniek alternatief: Het Witte Fietsenplan. Fietsen, herkenbaar aan het provowit zonder slot, zonder eigenaar. Het idee: pak een fiets, ga naar je bestemming en laat hem daar weer achter voor de volgende gebruiker. En dat slaat aan. De fiets als symbool. Internationaal denkt men ook van he maar die fiets daar, daar kan je wat mee en dergelijke in andere steden in Europa. Die slibben ook allemaal dicht, dus men vindt dat een heel sympathiek plan. De Provo-acties vallen zelfs op bij invloedrijke beroemdheden. Zoals John Lennon en Yoko Ono tijdens hun bedprotest tegen oorlog en geweld in het Amsterdamse Hilton Hotel. Maar Provo was maar één van de vele sociale bewegingen in die buurt. Actiegroepen waar vooral oudere Amsterdammers in zaten. Die waren minstens net zo belangrijk. Het is eigenlijk een element dat wordt toegevoegd aan het actiewezen in die periode en de reden dat wij het ook heel vaak over hebben nog steeds is dat Provo heel goed was in het bereiken van de media, dus die hebben daardoor heel veel archiefmateriaal achtergelaten. Ze waren zich heel bewust van hun plek in de geschiedenis. De politie ziet de acties als een gevaar voor een ordelijke samenleving. Als relschoppers die vooral uit zijn op onrust en wanorde. De politie grijpt steeds harder in en de incidenten stapelen zich op. Overal worden de provo's met steeds meer geweld aangepakt. De 23-jarige studente Koosje Koster, een bekende provo, wordt op 22 mei 1966 gearresteerd. Voor niets meer dan het uitdelen van krentjes. Als agenten haar willen fouilleren, weigert ze. Ze wordt daarom hardhandig uitgekleed. In alleen haar onderbroek, wordt ze urenlang verhoord en onder druk gezet. Het incident met Koosje Koster wordt breed uitgemeten in de media en komt symbool te staan voor de buitensporig harde aanpak van de politie. Maar het wordt duidelijk dat de harde aanpak averechts werkt. Na verloop van tijd gaan er in de gemeenteraad steeds meer stemmen op voor een toleranter beleid. Er komt meer ruimte voor het alternatieve geluid.