Ja, we mogen helpen eten maken voor de Giraffen!
Giraffen dat zijn die dieren met die lange poten en die lange nek!
4.. Dat is moeilijk hoor. Eerst door midden, 1,2, duwen, ja goed zo. En dan nog een keer door midden.
Ja, ik ben heel sterk!
Ja, lekker. Ik wil ook wel een stukje.
Dat zijn er echt veel. Even alles in de kruiwagen doen.
Zo, ja. En dan gaan we ze naar de giraffen brengen.
Zo, ik lig lekker jongens. Gaat goed zo.
Nou, ik denk het wel hoor. Appels zijn toch heerlijk.
Oh het is nog best ver.
Wat gaan we nou doen?
Mogen we met die auto mee?
Ja!
Die lijkt ook op een giraffe.
Ja, het lukt. Goed vasthouden. Jippie!
Houd je vast jongens, we gaan!
Op naar de giraffen! Whoehoe.
Spannend.
Ik zie ze!
Daar zijn de giraffen! Wat zijn ze groot!
Joehoe! Ik heb een appeltje!
Kom maar jongens! Je hoeft niet bang te zijn.
Lekker appeltje!
Wauw, zo dichtbij!
Ze vinden het lekker hoor.
Een blauwe tong? Ja, ik zie het!
Hij is ook heel lang, die tong.
Kom maar jongens! Lekkere appeltjes!
Ja, het is gelukt!
Ik vond het heel leuk om de giraffen te voeren!
Dag! Tot de volgende keer!