Nederland lag miljoenen jaren geleden op een andere plek op aarde, met een ander klimaat. Het was er moerassig met tropisch oerwoud.
Als bomen en planten dood gingen, kwamen ze in het moeras terecht. Daar bleven ze liggen en langzaam rotten ze weg. Zo ontstond een dikke laag dode plantenresten.
Later kwam daar zand en klei op. De laag plantenresten werd samengeperst. Op die manier ontstond er een laag steenkool.
Dat steenkool uit plantenresten is ontstaan, kun je zien aan dit soort afdrukken van planten; dat zijn fossielen.
Door de druk van de dikke lagen klei en zand werd de steenkool steeds warmer. Daardoor kwam er langzaam aardgas uit de steenkool.
Gas is licht en wil opstijgen.
Maar door de ondoorlatende laag klei op de poreuze zandlaag kon het aardgas niet weg en bleef in de open ruimtes tussen de zandkorrels bewaard.