In ons moderne leven gebruiken we veel elektrische apparaten: wasmachines, lampen, televisies, computers.... Die apparaten gebruiken veel elektriciteit.
Elektriciteit wordt opgewekt in elektriciteitscentrales. Daar staan deze turbines, te vergelijken met een dynamo van een fiets, en die worden aangedreven door stoom. Stoom krijg je door water te verwarmen. Dat doe je met vuur. En vuur kun je maken met kolen of gas. Kolen en gas zijn fossiele brandstoffen. Maar... fossiele brandstoffen raken op en zorgen voor vervuiling.
Bij verbranding van fossiele brandstoffen komen gassen vrij die een deken om de aarde heen vormen. Dit heet het broeikaseffect. Hierdoor wordt het warmer op aarde, smelten de poolkappen en stijgt het water. Dit zorgt voor overstromingen. Daarom wordt er gekeken naar andere brandstoffen om elektriciteit mee op te wekken. Bijvoorbeeld wind en biomassa.