Dit is een mierenhoop middenin het bos. Wat je hier ziet is maar een heel klein deel van het hele mierenvolk.
Wat zijn ze allemaal aan het doen?
Ja, ze zijn enorm druk, het zijn hele harde werkers en ze hebben allemaal hun eigen taak: er zijn mieren die verzamelen voedsel, er zijn mieren die verkennen het hele bos, lopen overal om te kijken wat er allemaal is, en er zijn mieren die zorgen voor het nest, voor de eitjes, voor alle jonge mieren. En er zijn ook mieren, die zijn er om het nest te beschermen. Die mieren die kunnen bijten en ze spuiten een beetje mierenzuur.
Mierenzuur?
Ja, mierenzuur, dat vinden andere insecten en dieren die proberen de mieren aan te vallen vinden dat echt heel vies dus die gaan dan gauw weg. En je kunt het ook een beetje ruiken: ruik maar eens.
Ieuw, dat is heel zuur! Die met die vleugeltjes dat zijn allemaal mannetjes?
Ja dat zijn mannetjes en net geboren kleine koninginnetjes.
Oh die hebben ook vleugels?
Die hebben ook vleugels, klopt. En ze wachten totdat er een hele arme dag komt in de zomer en dan vliegen ze uit, de lucht in, en dan paren de mannetjes met de koninginnetjes, dat noemen we de bruidsvlucht. Dan vallen ze op de grond en het mannetje sterft dan direct.
Kijk hier kun je goed zien dat de mier een insect is: je ziet heel duidelijk de kop, het borststuk en het achterlijf. En aan het borststuk zie je ook de zes poten zoals elke insect die heeft. Hier zie je de koningin, veel groter, deze heeft nog vleugels, daar een heel klein werkmiertje die bezig is met de voelsprietjes om te kijken waar ze nu weer beland is. En hier een flink wat grotere mier, dat is een soldaatmier, een grote mier die het nest beschermt tegen vijanden en de ingangen bewaakt.
En dat zijn de eitjes waar de mieren uitkomen?
Dat zijn inderdaad de eitjes, maar die eitjes worden eerst larven, na de larven worden het poppen, en uiteindelijk komen uit die poppen de werkmiertjes die je daar ziet lopen.