Als je een peultje openmaakt zie je een rijtje erwten. Een erwt is een zaadje. Als je een erwt zaait, kan ze gaan kiemen. Eerst komt er aan de onderkant een dik, wit worteltje uit de erwt. Dat gaat steeds dieper de grond in.
Aan de bovenkant zie je iets groens uit de zaadhuid tevoorschijn komen. Dat is het stengeltje met de eerste groene blaadjes. De blaadjes komen al gauw boven de grond en aan het worteltje komen intussen zijwortels. De zaadhuid blijft onder de grond achter.
Er komen meer en meer blaadjes aan het stengeltje. Een groentekweker zaait natuurlijk nooit maar één erwt, maar meteen een heleboel tegelijk. Ze komen hier ook allemaal tegelijk boven de grond. De blaadjes worden groter. Als de blaadjes groot genoeg zijn komen er ranken aan. Daar kan een erwtenplant zich mee vasthouden. Aan zijn buren bijvoorbeeld.