Een flinke lepel: hummus. Lekker! Misschien heb je er wel eens van gehoord. Dit sausje is gemaakt van kikkererwten. Hoe maak je nou van dit soort erwten zo’n lekker sausje? In deze fabriek hebben ze een hele lading aan kikkererwten. Ze groeien in onder andere India, Australië en Canada. En als eerste worden al die kikkererwten zorgvuldig bekeken. Als er nog steentjes of takjes in zitten worden die er hier uitgehaald. Wat een werk. Die zijn allemaal goed. Die kikkererwten zijn nu keihard. Als je die zou fijnstampen zou het een soort gruis worden en dat wil je niet. Dus ze moeten eerst in bad. IN bad worden ze niet alleen lekker schoon, ze nemen ook water op en worden ze groter en zachter en zijn ze makkelijker te verwerken. Dekentje erover en dan kunnen ze de hele nacht lekker slapen. Wakker worden! Koken met die hap. Moet je kijken wat een enorm ding. Kookpan, er gaat ongeveer 100 kilo erwten in een keer in. Ze zijn bijna gaar, in principe kun je hier een papje van kneden. Hummus bestaat dus uit kikkererwten maar om het extra smaak te geven zit er citroensap in, zout, peper, knoflook en tahina, dat is een pasta gemaakt van gemalen sesamzaadjes en dat maakt humus extra lekker. Maar er gaat ook nog water bij en ze hebben hier ook nog een vaatje olie staan. Alles komt bij elkaar in deze grote menger. Hierin wordt gemengd, gemixt en gesneden. Hierachter zitten een paar grote messen die alles tot pulp snijden. En na tien minuten hebben we onze humus. Superlekker! En zo simpel eigenlijk. Hij is nog niet helemaal klaar, hij moet nog worden verpakt. En zodra het in het bakje zit gaan ze door naar de volgende ruimte. En hier is het een stukkie kouder. Logisch ook want dit is een grote koelkast. De bakjes worden in een doosje gedaan, stickertje erop en weer een lading geplette kikkererwten die naar de winkel kan.