Ooo, ben is al begonnen? Goedemiddag, goedenavond, eh goededinges, ik eh, was even aan het lezen.
Deze kaart is van mijn beste vriend Weesley. We kennen elkaar al zoooo lang. Hij woont hier in de buurt, maar hij is nu met vakantie en hij heeft me een kaart gestuurd.
Je beste vriend is ongeveer hetzelfde als je lievelingseten. Snappen jullie? Ik wil elke dag wel pannenkoeken, en elke dag wil ik mijn beste vriend Weesley zien. Maar ja, dat kan nu niet, want hij is op reis.
Weesley vroeg nog of ik mee ging, maar ik heb echt geen tijd voor vakantie, ik moet onderzoek doen.
Gelukkig stuurt hij me elke dag een sms.
Gisteren schreef hij: Hé Wolfram, morgen ga ik parachutespringen! Dat is dus het verschil hè, we zijn wel beste vrienden, maar we verschillen nogal erg.
Weesley wil altijd maar gevaarlijke dingen doen, terwijl ik het liefst hier in mijn kamer zit.
Mijn zus, die is heel anders, mijn zus heeft wel tíén vriendinnen. En ze lijken allemaal op elkaar!
Nee, dan is mijn vriendschap met Weesley toch even anders.
Waar was ik. O ja, bij Weesley, mijn beste vriend.
Hij durft echt alles. En als ik zeg alles, dan bedoel ik ook alles.
Dus op een dag zei Weesley tegen mij:
‘Wolfram, ik weet een leuk spelletje.’ We doen wie er het eerst aan de overkant is.
Ik schrok me helemaal wezelloos. Maar Weesley is mijn beste vriend en die laat je nooit in de steek. Dus ik zei dat hij maar moest aftellen.
Weesley rende keihard naar de overkant, over de koppen van alle krokodillen heen.
En ik bleef staan, omdat ik niet durfde. Ik stond te trillen als een rietje. Weesley stond eerst te juichen omdat hij gewonnen had, maar daarna was hij kwaad omdat ik niet had meegedaan.
Ik riep naar de overkant: ‘Sorry Wees, maar ik durfde niet.’ En weet je wat Weesley toen deed?
Hij liep gewoon terug over de koppen van die krokodillen en zei dat het niet gaf. Dat is dus vriendschap.
Eh, een bericht van Weesley die vraagt of ik mee ga naar de maan. Er is nog een plaatsje vrij in de raket.