Arjan?
Ja.
Arjan moet je horen. Ik weet iets heel leuks.
Vertel eens.
Moet je horen. Ik ben niet bang voor muizen.
Nou dat is fijn toch?
Nee dat is fijn. Ik ben ook niet bang voor vleermuizen en ik ben niet bang voor wormen en voor kraaien en voor mieren en bijen.
En voor sprinkhanen.
Nee daar ben ik ook niet bang voor.
Nou wat goed zeg van je. Hartstikke goed.
Alleen, Arjan, ik ben wel een beetje bang voor spinnen.
Spinnen?
Ja. Spinnen vind ik echt een beetje eng.
Oh, echt?
Maar Pino is niet bang voor spinnen.
Oh, dat is wel weer fijn toch?
En hij is ook niet bang voor muizen en mieren en wespen en lieveheersbeestjes. Nee hij is alleen een beetje bang voor slakken.
Dat is dan wel weer jammer hé?
Maar Arjan, ik ben juist helemaal niet bang voor slakken.
Echt?
Nee. Ik ben helemaal niet bang voor slakken. Dus samen, ik en Pino, samen zijn we helemaal nergens bang voor. Ook niet voor spinnen en ook niet voor slakken.
Ja Ienie, dat is waar. Dat is hartstikke goed. Hartstikke goed Ienie.
Oh daar is Pino, ik ga even buitenspelen met Pino.
Dat is goed hoor Ienie.
Dag Arjan.
Dag Ieniemienie.
Pino, Pino kom.