In 1619 wordt Hugo de Groot, belangrijk politicus en geleerde, gevangen gezet op Slot Loevestein. Veroordeeld ben ik, tot levenslange gevangenisstraf. Alles wat ik bezit hebben ze van me afgenomen. Ze vinden dat ik onrust breng in het land. Ik zou de vrede en prins Maurits in gevaar hebben gebracht.
Hugo de Groot was het niet eens met de politiek van Prins Maurits, die het leger van ons land aanvoerde. De Nederlanders vochten in dit tijd tegen de koning van Spanje. Ze wilden vrij zijn. Hugo de Groot wilde vrede. Hij vond het beter dat de mensen weer gewoon gingen werken en geld verdienen. Prins Maurits wilde juist doorgaan met de oorlog.
Toen de mannen ook nog ruzie kregen over het geloof, was dat voor Prins Maurits de aanleiding om Hugo de Groot voor de rest van zijn leven gevangen te zetten. Hugo, kun je de prins niet om vergeving vragen? Om vergeving vragen? Aan Maurits? Nooit. Het is mijn goed recht om een eigen mening te hebben. Ik heb niets gedaan dat verkeerd is.
Zo gaan maanden voorbij. Gelukkig stuurt een vriend, Hugo regelmatig een kist met boeken. Dan kan hij in ieder geval verder studeren. Maar het gaat niet goed met hem. Op het kasteel is het koud en vochtig. Het eten is slecht. Hugo verzwakt en wordt ziek.
Maria, zijn vrouw, is ten einde raad. Elsje, mijn man moet hier weg. Valt jou iets op als die kist hier gebracht wordt? Ze kijken bijna nooit meer wat er in zit? Precies, want hij zit toch altijd vol boeken. U bedoelt? Mevrouw, u moet zich haasten, ze komen eraan! De ontsnapping lukt. Hugo vlucht naar Frankrijk.
Later komen Maria en de kinderen bij hem wonen. Hugo schreef in het buitenland nog veel boeken, die nu nog over de hele wereld worden gelezen en bestudeerd. Hij is er beroemd mee geworden. Maar wij kennen Hugo de Groot vooral van zijn ontsnapping in de boekenkist.