Deze keer gaan we haken. Dan maak je van een draad een dikkere draad door er knoopjes in te leggen. Met die draad kun je weer andere dingen doen. Wikkelen, weven, kralen aanrijgen, wat je wil. Dit heb je ervoor nodig: wol en een haaknaald. Die heb je in verschillende maten. Als je geen haaknaald hebt, geen probleem, je kunt het ook gewoon met je vingers doen. Aan de slag! Pak de wol. Pak de draad vast met je hand maar houd je wijsvinger vrij. Leg de draad in een lusje om je wijsvinger en doe dat nog een keer. Klem de draad met je duim vast tegen je middelvinger en haal het achterste lusje om het voorste lusje heen. Even strak trekken en dat doe je nog een keer. Het achterste lusje om het voorste lusje. Nu heb je een mooi beginnetje. En je gaat gewoon lekker zo door. Je slaat het lusje om je wijsvinger en haalt het achterste lusje om het voorste. Steeds even goed aantrekken, het lusje naar achteren schuiven enzovoort enzovoort. Na een tijdje heb je dan je gehaakte draad. Nu gaan we het met een haaknaald doen. Kies de maat die goed bij je draad past. Eerst maak je weer een begin lus in je draad. Dan doe je de haaknaald door de lus. Eigenlijk doe je nu precies hetzelfde maar dan met de haaknaald in plaats van je wijsvinger. Je legt de draad in een lusje om de naald maar nu trek je met de haak van de naald het voorste lusje door het achterste lusje. Even strak trekken en de volgende. Zorg ervoor dat je de naald zo draait dat ie er gemakkelijk doorheen gaat. En zo ga je lekker verder. Maak de draad zo lang als je wilt. Heel ontspannen. Neem er lekker een kopje thee bij. Of eigenlijk: Hoppatee!