Yes. Nou, niet spugen. Kijk. -Ja. Ga eens staan? Vlieg je al weg? Nee. -Spring eens. Nee. HELIUM-STEM: Jasmijn, wat is je vraag? HELIUM-STEM: Hoe kun je een luchtballon besturen? Die hebben we niet meer nodig. Laat maar los. Be free. Ga je mee? Doei ballonnen. Wauw. Waarom is die mand van riet? -Dat is licht. Dan kan hij makkelijker omhoog. Zeker, maar er is EEN ding erg belangrijk voor een ballonmand. Dat is dat riet flexibel is. Bij de landing merk je dat het ons een zachte landing gaat geven. Goed oppassen voor je voeten. -Dat gaat goedkomen. Laat maar glijden. Pas maar op. EEN, twee... ZE SCHRIKKEN Toppers. Ik heb voor jou weer een ballon. Ik zag dat je er al een paar hebt opgelaten. Als jij hem voor me oplaat, kunnen we samen die kant op kijken... waar de ballon naartoe gaat. Daar is ze goed in, ballonnen opgooien. Wat staat erop? -160. Dat is de goede richting. Die hadden ze voorspeld. En de 160 is...? -160 graden. En 160 graden is zuidoost. Zuidoostelijke richting. Zo kunnen we dadelijk op de kaart kijken of de 160 graden kloppen met wat we hebben uitgezet. Zo, die kan er ook bij. Wat gaan we nu doen? -Kijken of onze voorbereiding klopt. Ik begin overdag al, als ik nog helemaal niet aan ballonvaren hoef te denken... wel met het weer in de gaten te houden. Van het KNMI krijg ik 'n voorspelling van de windrichting. En van de snelheid op hoogte. We staan nu aan deze kant. Dan zie je dat dit de lijn is die ingezet is. En dan proberen we ergens voor het meer of na het meer... zo meteen de landen. -Is dat gevaarlijk? Nee, het is niet gevaarlijk, want met ballonvaren spelen we niet met levens. We maken altijd een veilige vaart. We vertrekken alleen als het veilig is. Dus het is veilig. Is het eens misgegaan dat het ander weer werd toen je in de mand zat? Ja, dat heb ik eens gehad, maar dan is het snel reageren. Dat zie je aankomen. 'Dat gaat niet goed'. Dan is het gelijk landen. Maar 999 keer van de duizend weet je van tevoren of het wel of niet kan. Zeven knopen. Dat is prima. Dat was voorspeld. Zeven knopen is goed. Wat niet? -Tien. Tien kan wel, maar dan wordt het HEEL onrustig. Daarboven helemaal niet. Het lijkt wel een ander universum. -Ja, echt vet. We zijn in de hete luchtballon. Cool he? -Ja. Normaal gesproken mag hier alleen de piloot komen. Die kijkt of alles goed zit. Of er geen knoopjes in de kabels zitten. Wat gebeurt er als er een gaatje in de luchtballon zit... en we zijn in de lucht? -Een kleintje is niet zo erg. Er loopt dan toch geen warme lucht uit. De meeste warme lucht zit in dat bovenste, grijze deel. Oke, we zijn nog op de grond. Niks aan de hand. Rustig blijven. Daar gaan we. VREUGDEKREETJES Applausje. We zijn los. Doei. Even zwaaien naar de mensen op de grond. Prachtig. Jasmijn, door al dat moois zou je het bijna vergeten, maar we zijn hier met een vraag. Wat is je vraag ook alweer? -Hoe bestuur je een luchtballon? Ja, dus waar is het stuur? Nou, de wind bovenin zijn eigenlijk allemaal snelwegen die bovenop elkaar liggen. Vaak gaan die snelwegen dezelfde kant op... maar ook vaak verschillende kanten op. Meestal merk je dan, maar dat is niet altijd zo... dat onderaan de snelwegen meer naar rechts gaan en bovenin naar links. Soms is dat zo'n enorme hoek dat je er hoeken mee kunt insturen... om op de plek te komen waar je wil zijn. Leuk om nu te zien is dat we hoger gaan... en in EEN keer gaan we vol naar links. We gingen die kant op, naar het water toe. En nu gaan we in EEN keer die kant op. Dat is mooi en voor mij de perfecte manier om te kunnen sturen. Klinkt dit logisch? Je hebt verschillende hoogtes... en jij experimenteert met welke hoogte je waar komt? Absoluut. -Aha. Maar als er ineens een vogel voor je vliegt, wat moet je dan doen? Hij moet goed oppassen, want ik kan hem niet ontwijken. Ik kan niet opzij. Hetzelfde met een vliegtuig. Die kunnen ons allemaal goed zien. We hebben een grote zak lucht boven ons. Dat kan niet mis. Die zien ze echt wel. Soms komen ze ook even langs. Dan komen ze op de zijkant goedendag zeggen. Nee. -Jazeker. Dat gebeurt HEEL vaak. Hoe komt het dat je naar boven gaat als je er warme lucht in doet? Dat is makkelijk uit te leggen. Je moet het zo zien... Je hebt een dansvloer en de mensen staan HEEL dicht tegen elkaar aan. Dan kunnen er veel mensen op die dansvloer staan... want niemand beweegt.
Maar gaan ze allemaal dansen, dan moeten ze ruimte hebben. Dat is wat daarboven ook gebeurt. Hierboven zitten allemaal lucht-moleculen. Als ik die warm maak, dan gaan ze heel erg bewegen, of dansen. Daardoor kunnen er in die ballon veel minder moleculen... omdat ze allemaal heen en weer gaan, dan daar buiten. We wegen met deze mand erbij bijna 2000 kilo. De lucht die boven zit, trekt ons gewoon omhoog omdat die lichter is. Waar gaan we zo landen? -Ik zoek een weiland waar niet te veel koeien staan. Daar kunnen we lekker landen. Er komen wat koeien aan, dus we moeten nog even door. Daarna zoeken we een mooi plekje om te landen. Je zegt het relaxt, maar ik zie HEEL veel koeien. Komt goed. We gaan even iets omhoog en daarna rustig zakken. En hoe doe je dat? Met zandzakken? -Nee, de lucht gewoon warm maken. Dan gaat hij omhoog en als ik hem afkoel, gaat hij naar beneden. Ik kan het iets versnellen door aan deze rode kabel te trekken. Aan de bovenkant zie je een parachute... en die kan ik een beetje naar beneden trekken. Daardoor loopt warme lucht eruit en dan koelt hij af. Dan mogen jullie zo meteen omdraaien en naar de zon kijken. Voeten bij elkaar zetten, knieën van het slot af... en goed de touwen vastpakken. Knieën los, niet vast. Anders breek je je knieën. Drie, twee... EEN... Hoppa. -TESS GILT Komt goed. Oke... -Gaat het goed met jullie? We hebben het gehaald. Goed gedaan, man. Goed gedaan, hoor. Fantastisch. Oke, Jasmijn. Antwoord op je vraag? Veilig geland. -Ja. Waar zijn we eigenlijk? -In een weiland. Ja, met een sloot. Hoe gaan we dat doen? Slootje springen? -Oke. ZE LACHEN