In het Midden-Oosten wordt in die tijd ontdekt dat er meer is dan jagen en verzamelen, namelijk inderdaad, boeren. Hallo, dit is histories. Vandaag neem ik je mee naar een bijzondere tijd. Een tijd waarin het eten niet vanzelf op tafel komt, zoals bij jou thuis, maar ook een tijd van klimaatverandering. Ga je mee, want we gaan met een reuzeslinger naar 15.000 jaar geleden, de laatste ijstijd. Nederland is één kale vlakte. Kijk maar mee. Nou ja, er is weinig te zien, want er groeit bijna niks. Het is zo koud dat zelfs de Noordzee bevroren is. Als je wil kan je dus naar Engeland lopen. Maar ja, daar is ook niks. Dus waarom zou je? En er woont hier ook trouwens niemand, veel te fris. Maar daar komt verandering in. Klimaatverandering, de aarde warmt op. In onze tijd doen wij dat, maar in die tijd gaat dat helemaal vanzelf. Het is het einde van de ijstijd. IJs verdwijnt, groen verschijnt, struiken, bomen en bossen. En waar groen is, is eten. En daar komen dieren tevoorschijn. Insecten, vogels, maar ook herten en everzwijnen. Die zijn weer een lekker maaltje voor gevaarlijke roofdieren als wolven en het gevaarlijkste dier van allemaal: de mens. Even terug naar zo'n 300.000 jaar geleden. Dan wonen onze verre voorouders nog in Afrika, waar we vandaan komen. Daarvandaan verspreiden ze zich zo'n vijftigduizend jaar geleden over de hele wereld. En als het hier eenmaal warm genoeg is, komen ze ook in onze streken terecht. In die tijd is het leven wel wat anders dan nu. Er zijn nog geen dorpen en winkels of scholen. Yes! De mensen die hier wonen trekken van plek naar plek. Eigenlijk lopen ze vooral hun mond achterna. Want waar eten te vinden is, daar gaan ze heen. Naar een riviertje voor een visje, naar het bos voor een besje of naar de hei voor een hertje. Kijk even mee, dit meisje zorgt voor het avondeten. Bullseye. Deze mensen noemen we jagers/verzamelaars, want ze jagen op dieren en ze verzamelen. Geen Pokémon kaarten dus he, maar eten. Kijk, hier zijn ze weer bezig in het bos. Ze zoeken naar knollen, wortels noten. Echte superfoods dus. En omdat ze steeds aan het jagen zijn en aan het verzamelen hebben ze ook nog eens een supergoede conditie. Ze slapen in een kamp van tenten of hutten en bij een kamp hoort natuurlijk een kampvuurtje. Ze leven in kleine families. Ouders, een paar kinderen, opa en oma misschien een oom of tante. Dat ziet er toch gezellig uit. Sterker nog, oergezellig. De mensen hebben maar weinig spullen en ze hebben ook weinig nodig. Een pijl en boog natuurlijk, een speer. En ze hebben ook al wat bling. Nou ja, een ketting met mooie schelpen. Maar ze doen ook aan make-up en tatoeages. Eigenlijk lijken die mensen van tienduizend jaar geleden al best wel op jou en mij. Je hebt het dus goed voor elkaar als jager/verzamelaar. Maar toch komt er een einde aan deze cultuur. Daarvoor maken we even een uitstapje naar het Midden-Oosten. Let op. In het Midden-Oosten wordt in die tijd ontdekt dat er meer is dan jagen en verzamelen, namelijk, inderdaad, boeren. Je stopt wat zaad in de grond en het groeit uit eten, bonen, linzen. Al die dingen die jij ook zo lekker vindt. En van graan kan je dan weer meel malen en brood bakken. Heerlijk. Dit boeren noemen we landbouw omdat je iets op het land bouwt en na het eten van die bonen ook nog een keertje bout. De uitvinding van de landbouw verspreidt zich snel over de hele wereld en komt ook nog onze kant op. In Nederland komen de eerste boeren te wonen in Limburg, niet omdat het daar zo gezellig is. Het is vooral beter wonen. In de rest van ons land zijn er voortdurend overstromingen en er zijn nog geen dijken. Maar in Limburg heb je heuvels, dus daar hou je lekker droge voeten. En nog een voordeel voor de boer: de Limburgse grond is lekker vruchtbaar. Die boeren hoeven natuurlijk niet meer rond te trekken op zoek naar eten. Dat trekken ze gewoon lekker uit de grond. Ze kunnen dus een huisje bouwen met een hond en wat geiten, koeien, schapen, varken, de hele boerenbeestenboel. We zien hier hoe dat jagersmeisje van net voor het eerst in een boerendorp terechtkomt. Ze kijkt haar ogen uit, maar misschien vindt ze die jongens ook wel gewoon een beetje leuk. Fijne huizen, eten bij de hand. Die boeren hebben het duidelijk beter geregeld dan de jager/verzamelaars. Het is dan ook niet zo gek dat de boeren hier de boel overnemen. En eigenlijk leef jij nu nog steeds zo, in een warm huis. Voedsel komt van het land. Nou ja, via de winkel. We hoeven niet meer achter ons eten aan te rennen. Nou ja, behalve als een aardappel een keer van je bord rolt. Dus eigenlijk ben jij ook gewoon een boer. De tijd waar we het nu over hebben noemen we de prehistorie, de tijd van voor, pre, onze geschiedenis, historie. In die tijd kunnen mensen nog niet schrijven, dus we hebben geen dagboeken uit deze tijd of brieven. En die beelden van net, die zijn natuurlijk nagespeeld. Dat jagermeisje zag ik laatst nog in de Koopgoot lopen. Hoe het er in die tijd aan toegaat, dat weten we dankzij de archeologen. Dat zijn de mensen die vandaag in de grond wroeten op zoek naar spullen uit het verre verleden. Ze vinden een lepel, een pijl en boog een kano, botten van mensen. Zo leren we steeds meer over onze verre voorouders. Ha, die ken ik ergens van. Over tienduizend jaar heb je natuurlijk nog steeds archeologen en die gaan dan op zoek naar de resten van onze beschaving. Dus ik ga zo direct even de tablet van mijn kleine zusje in de tuin begraven. Dit was histories of eigenlijk: prehistories. Terug naar vandaag de dag. Stap zelf in het verhaal van Nederland. in tien avontuurlijke audiotours wandelen we over dijken en langs kastelen, op zoek naar de sporen uit het verleden. Download nu de gratis podwalkapp het verhaal van Nederland. Klik op Duimpje Omhoog en laat je reactie achter in de comments en abonneer je op Histories. Klik hier voor 't volgende filmpje.