Vanaf 1667 is Suriname een kolonie van Nederland. Op de plantages worden tot slaaf gemaakten uit Afrika aan het werk gezet. Als de slavernij in 1863 wordt afgeschaft worden de tot slaaf gemaakten vrijgelaten. Nederland laat nu contractarbeiders naar Suriname komen. Creolen vormen samen met Hindoestanen, Javanen en Chinezen de grootste bevolkingsgroep. Als na honderd jaar de dekolonisatie doorzet, en ook Nederlands-Indië onafhankelijk wordt, zijn het vooral de Creolen die zich willen losmaken van Nederland. Veel andere Surinamers zien de onafhankelijkheid niet zitten en vertrekken naar Nederland. Toch wordt Suriname op 25 november 1975 onafhankelijk. En wordt Johan Ferrier de eerste president van de republiek Suriname.