Dit is Pieter Zeeman, een wereldberoemde onderzoeker. Hij doet aan het eind van de negentiende eeuw een bijzondere ontdekking. Die ontdekking is zelfs naar hem vernoemd: het Zeemaneffect.
Pieter weet dat materialen licht uit gaan zenden op het moment dat je ze warm maakt.
Niet gewoon licht, maar licht van golflengten.
Iedere stof zendt licht uit van golflengten die kenmerkend zijn voor die stof. De lijnen die je ziet door het uitgezonden licht noem je spectraallijnen. Pieter laat zien dat de spectraallijnen van het uitgezonden licht gevoelig zijn voor een magneetveld. Hij gebruikt daarvoor een stukje asbest, dat is ouderwets bouwmateriaal. Het asbest doopt hij in water met een heleboel zout erin.
Als hij het nu warm maakt, kun je de spectraallijnen van zout dankzij deze tralie zien. Nu wordt de magneet erbij gehaald. Wat net nog één spectraallijn was, zijn er nu meerdere geworden!
Dit toont iets belangrijks aan over atomen, de allerkleinste bouwstenen van een stof. Door het Zeemaneffect wordt duidelijk dat een atoom ook negatief geladen onderdeeltjes heeft.
Want negatief geladen deeltjes zorgen voor die extra spectraallijnen als ze in aanraking komen met een magneet.