Op 28 mei 1932 werd de Zuiderzee afgesloten van de Noordzee. De bouw van de Afsluitdijk was klaar.
Door de afsluiting van de Zuiderzee verdween de open verbinding met de Noordzee. De Zuiderzee werd een meer, het IJsselmeer. Het zoute water werd zoet. Zoutwatervissen als haring, ansjovis, platvissen en garnalen konden niet leven in dat steeds zoeter wordende water. Veel vissers moesten een andere baan gaan zoeken. Maar ook de scheepsbouwers, visverkopers en zeilmakers hadden het moeilijk.
Het leven in de Zuiderzeestadjes veranderde enorm. Vroeger lagen de havens vol vissersboten. Nu is dat wel anders. Er zijn nog wel vissers, maar veel minder. In de havens liggen vooral plezierboten.
De Afsluitdijk heeft voor veel goeds gezorgd. Overstromingen zijn er niet meer. Bovendien is er nieuw land bijgekomen. Een deel van de Zuiderzee is namelijk drooggelegd. Op die grond wonen nu mensen en worden graan, aardappelen en andere gewassen verbouwd.