Een reis uit een dagboek van januari 1858. Jacob van Nifterik woont in het Zeeuwse Ellewoutsdijk en hoort dat zijn moeder in Nijmegen op sterven ligt. Als hij haar nog levend wil zien, moet hij direct op pad. Van Ellewoutsdijk naar Nijmegen. Een reis die nu ongeveer 2 uur zal duren, is voor Jacob een wereldreis in eigen land.
Ik vertrok diezelfde avond omstreeks 12 uur in de nacht terwijl het ontzettend koud was en hevig vroor
Jan Jaap Harts is een achterkleinkind van Jacob. Nu kun je via de tunnel in twee minuten naar de overkant. In 1858 is de postboot meer dan een uur onderweg. Het schip kan niet in een rechte lijn varen, er liggen allemaal zandbanken waar hij omheen moet.
Vanuit Terneuzen trekt Jacob verder met de postkoets naar het dichtstbijzijnde station in België, Sint Niklaas.
Van hieruit kan hij verder met de trein naar Antwerpen om vervolgens met een ander trein te vertrekken richting Moerdijk. Mijn vraag aan het station Antwerpen om een plaatsbiljet naar Rotterdam werd echter afgewezen, omdat wegens verstoring van de vaart door de vorst en de ijsgang de verbinding tussen Moerdijk en Rotterdam verbroken was.
In 1871, 13 jaar na de reis van jacob wordt de eerste spoorbrug over het water gebouwd. Toen met een lengte van 1040 meter de langste van Europa. Nu liggen er drie bruggen over het Hollands Diep.
En dan herinner ik me nog die ellendige kou op die tocht in de roeischuit waar ik mij als geoefend roeier mij een plaats wist te veroveren. Daar ging het nog, maar op die open boeren wagens hadden wij het zwaar te verantwoorden.
Liftend op boerenwagens vervolgt Jacob zijn reis via Dordrecht naar het toenmalige Rotterdam Centraal, station Delftse Poort. Hij is dan al 16 uur onderweg. Om 5 uur ’s middags pakt hij de laatste trein naar Arnhem, een treinreis van 5 uur.
Alzo kwam ik omstreeks 11 uur in Arnhem aan en besloot met het oog op de kosten en ook vooral tegen de felle koude de afstand Arnhem Nijmegen te voet af te leggen. Met mijn klein valiesje op de rug, kwam ik des morgens omstreeks 4 uur aan bij het veer te Lent. Waar het mij bleek dat dit nog niet het einde van mijn reisavonturen was.
In totaal reist Jacob van Nifterik een dag en twee nachten door het land.