De wandelende tak is het allergrootste insect ter wereld en sommige soorten kunnen wel 50 centimeter lang worden. Zijn lichaam bestaat uit drie delen. De kop, het borststuk en het achterlijf. Aan het borststuk heeft hij zes pootjes. Een wandelende tak maakt gebruik van camouflage: het hele lichaam lijkt op een takje. Zo is hij bijna niet te zien! Als hij loopt, doet hij dat op een rare, wiegende manier. Het ziet er dan uit als een gewoon takje dat heen en weer beweegt door de wind. Maar niet alleen de wandelende tak zelf maakt gebruik van camouflage. Zelfs de eitjes zijn goed gecamoufleerd. Ze lijken precies op de zaadjes van een plant.