Dit zijn de grootste vogels ter wereld.
Het zijn struisvogels.
Hoewel het vogels zijn, kunnen ze niet vliegen.
Daar is hun lijf te groot en te zwaar voor.
Het mannetje is bedekt met zwarte veren en heeft witte vlekken op zijn vleugels en zijn staart.
De vrouwtjes zijn grijs.
De struisvogel heeft een lange nek en een kleine kop.
Zijn staart is kort.
Die grote vleugels gebruikt hij om zijn evenwicht te bewaren.
Maar ook om een vrouwtje te imponeren,
strekt het mannetje zijn vleugels uit.
Leuk zijn ze, hè? Met die korte snavels en die lange nekken!
De struisvogel heeft wel erg grote ogen in die kleine kop.
Op zijn lange poten groeien geen veren.
En kijk! Ze hebben maar twee tenen, met klauwnagels.
Wat een enorme tenen zijn dat!
Die helpen hem om heel hard te lopen.
Zo hard dat vrijwel niemand hem kan vangen.
Daarom heten ze ook wel 'road runners'.
Struisvogels trekken rond op zoek naar voedsel.
Ze eten graag plantaardig: gras, zaden en fruit.
Maar ook bloemen en af en toe een insectje.
Gek genoeg hoeft de struisvogel nooit water te drinken.
Dat haalt hij wel uit de planten die hij eet.
Om dat eten te vermalen slikt hij af en toe ook een kiezelsteentje in.
Wat zijn die lange nekken toch flexibel!
In de paartijd graaft de struisvogel een gat in de grond.
Daarin legt het vrouwtje haar eieren, waar dan weer kuikens uit komen.
Struisvogeleieren zijn de grootste ter wereld.
Hun schaal is zo dik dat hij haast niet kan breken.
Dus papa en mama struisvogel kunnen er rustig op zitten broeden.
Moet je zien hoe groot zo'n struisvogelei is!
Het vult de hele schaal. Daar kan een heel gezin van eten!
Struisvogels wonen in kuddes.
Zo'n kudde kan uit wel honderd dieren bestaan.
Ze wonen graag in de woestijn en de savanne. Maar ook hier bevalt het ze goed, want ze hebben er lekker de ruimte.
Is-ie nou aan het beeldhouwen?!
Ze eten kiezelstenen en zand!
Dat is goed voor hun gezondheid.
Het helpt hun maag om al die planten te vermalen.