Hallo allemaal! Ja. Ja, ze moesten heel ver weg. Ja, ver weg, ik weet niet meer waar heen.
Ja? He. Wat is dat? He. Wat staat er op? Wat is dat? Een schatkaart? Kijken? Ja!
Bij een palmboom. Eh, ja, een reddingsboei. Echt waar? Ja! Kom op, we gaan zoeken jongens! Naar de reddingsboei!
Eh, die kant op? Ja! Daar is ie! Ja, we hebben 'm!
Japie Japie? Wie is Japie Japie? Oh. Misschien wel. Maar ik weet niet wie Japie Japie is.
Oh, is dat Japie Japie? Het is een beeld.
Oh, het is een beeld van iemand die mensen ging redden. He! Ik weet waar die is. Daar, daar heen ja! We moeten omhoog. Kijk, ik zie de pijl. Hij wijst, omhoog! Zo. Nou, gaan we goed kijken. Oh kijk. Kenneth heeft een verrekijker. Zie je al iets?
Heb jij het gezien? Ja! Daar heen!
Zoek de pijl! Nog hoger klimmen? Ja, zo kan ik het goed zien. Ja! Daar! Daar is een pijl! He jongens, ik zie ook een hele grote verrekijker. Ja! Wat zie je? Een meneer op het strand.. En een boot. Mijn pappa en mamma zitten ook op een boot. Kom op, we gaan weer verder jongens. Waar zijn de pijlen?
Ja! Nog een pijl. Eh, waar moeten we heen? Oh, goed zo. Jij weet het goed Michelle.
Kan jij het zien? Heb jij ook een verrekijker? Naar beneden. Ja.
Niet vallen! Waar dan? Oh ja! Op de prullenbak. Die kant op. Kijken met het vergrootglas. Ja.
Wat heb je gevonden? Ik kom er aan! Om laag? Dan moeten we graven. Daar ligt iets! Ja!
Wat zit er in? Een kaarsje? Nee.. Het is papier! He! Dat is de andere kant van het papiertje.
Ja, dat zijn mijn pappa en mamma. Dat ben ik. Ja! Ja, die heb ik gemaakt! Heel lang geleden, toen ik nog klein was. Met papa en mama op de boot. Maar hoe komt ie nou hier, in deze fles? Dag, tot de volgende keer!