Kijk eens wat een prachtige vogel, deze purperreiger met z’n paarsblauwe veren en z’n lange S-nek. Juist in de vlucht zie je goed dat hij zijn poten en lange tenen uitsteekt. Oh ja, purper betekent paars, daar dank deze reiger zijn naam dus aan. Elke lente strijkt hij neer in onze moerassen. In de stilte van de rietpluimen en natte graspollen voelt hij zich thuis.
Hij leeft van vissen, kikkers, maar ook een muis gaat er wel in. Dit eet hij het liefst: de modderaal. De modderaal is beschermd, net als de purperreiger zelf. Zo zie je maar hoe het ene beschermde dier het andere beschermde dier opeet. Maar ja, vogels kennen geen wetten! Op jacht naar voedsel loopt de purperreiger geruisloos langs het water, en wat een mooie schutkleur!
Z’n nest ligt goed verstopt in ’t hoge gras. De eieren komen uit na ruim 4 weken. Dan zijn de jongen geelbruin en het duurt wel 2 jaar voor dat ze hun mooie purperen kleur krijgen. In het najaar hebben ze nog een lange reis voor de boeg en op die barre tocht maken ze heel wat mee.
Dat ringen moet wel voorzichtig gebeuren, maar dankzij die ring kunnen we de purperreiger wel beter volgen op zijn reis naar West Afrika.