Iedereen kent de Hollandse lekkernij hutspot, maar hoe Hollands is dit eigenlijk? Om daar achter te komen gaan we terug naar de opstand in de Nederlanden. De tijd van de Spaanse katholieke koning Filips II. Filips regeert vanaf 1555 over de Nederlanden. Hij streeft naar de absolute macht en een katholiek land. Dat is tegen de zin van de edelen in ons land. Zij moeten mach inleveren en dat willen ze niet. Dat Filips mensen vervolgt die niet katholiek zijn, gaat hen veel te ver. Als de Spanjaarden dan ook nog extra belasting gaan heffen, komen ze in opstand. Deze opstand wordt geleid door Willem van Oranje. Behalve de edelen doen ook mensen uit het gewone volk mee. Dit is nou de dappere Kenau Hasselaer uit Haarlem. Zij gooit met 300 andere vrouwen brandend stro, brandend water en teer op de Spaanse soldaten die in 1573 de stad belegeren. Tenminste, dat vertelt de legende. Dit is de onverschrokken Magdalena Moons uit Leiden. Zij vecht ook tegen de Spaanse bezetting van haar stad. Net als veel andere stadsgenoten. Leiden wordt in 1573 hermetisch afgesloten door de Spanjaarden. Niemand kan er in of uit. Er kan geen voedsel meer naar binnen. De bevolking leidt zo erg onder de honger dat de burgemeester zelfs zijn eigen arm aanbiedt om op te eten. De belegering duurt een jaar, dan worden de Spanjaarden eindelijk verslagen. Ze hebben zo veel haast om de stad te verlaten dat ze hun eten laten staan. In 1 van de potten wordt een stoofpotje van uien, aardappelen, pastinaak en wortel gevonden. Elk nadeel heeft zijn voordeel. De Spanjaarden hebben tijdens de opstand voor veel ellende gezorgd, maar ze hebben ons wel dit heerlijke recept bezorgd. Nog steeds genieten wij hier van. Hollandse hutspot zoals wij het noemen.