Ik ben vandaag op pad met Tim. Tim is helemaal gek van amfibieën. Je weet wel: kikkers, salamanders, padden. En hij heeft ook een favoriet. Hoe heet hij ook alweer, Tim? De knoflookpad. De knoflookpad. Wat is er zo speciaal aan de knoflookpad? Als je dat beest ziet en weet wat hij doet, dat is ontzettend bijzonder. Heb je er een die ik kan zien? Oei, dat is wel moeilijk, want de soort is hier bijna uitgestorven. Uitgestorven? Hoezo weet ik dat niet? Ja, precies dat. Het beestje zie en hoor je niet. Niemand die hem ziet staan. Dat lijkt me vreselijk. Hee, hier! Hier! Hoor je mij niet? Pas op dat je niet uitglijdt, dan ben je kletsnat in een paar seconden. Oke, eerst maar even zoeken wat voor leven we in deze poel kunnen vinden. Wie weet zit er wel een knoflookpad tussen. Kijk, direct beet. Echt? Ja, echt direct beet. Wow! Een vinpootsalamander. Wajo! Wow!! Dat hij hier gewoon rondzwemt. Ja, dat is een vrouwtje. Kijk maar naar die dikke buik. Daar zitten allemaal eitjes in. Is ze zwanger? Ja. Wow! Die is hier in de laatste weken naar de poel gekomen. Dan loopt ze het water in en hoopt een mannetje tegen te komen die haar eitjes kan bevruchten. Die mannetjes zitten ook hier? Ja. Je haalt ze er zo bij. Wat is dit? Dit is een bloedzuiger. Haal weg. Ik ga even hier staan, denk ik. Dat zijn allemaal beesten die hier in die poel leven. En die moeten overleven. Dat is deze zeker aan het doen. Hij zuigt zich niet direct vast, daar hoef je niet bang voor te zijn. Oke. Dat is een van de roofdieren hier van de salamanders. Als dat vrouwtje dat we net gezien hebben, haar eitjes afzet en de larven komen uit...eet die bloedzuiger die graag op. Het is serieus een heel dierenrijk waar we nu in staan. Waar ik niks vanaf wist. Dat is het probleem van de amfibieën. Ze zijn klein, je ziet ze niet. Je merkt ze niet op, je hoort ze bijna niet. Als ze dan verdwijnen, heeft niemand dat door. Nee. Nou, geen salamanders eten, jongeman. Ik heb wat moois, dit is de kleine watersalamander. Dat is een andere? Oke. Wat mooi, man. Het is gewoon een soort alien. Als je het dan toch hebt over die aliens, degene die de kroon spant, is de knoflookpad. Dat beest vind ik eruit zien alsof hij van Mars komt. Hij ziet er blijkbaar niet alleen bizar uit, om zijn vijanden op afstand te houden, kan hij een knoflookgeur verspreiden. Ik ga proberen jou die te laten zien vandaag. Tim, we weten dat het slecht gaat met alle padden in Nederland. Maar met die van jou gaat het echt heel slecht, of niet? Klopt. Sterker nog, 10 jaar geleden hebben we hier gezocht naar de laatste knoflookpadden. Nee, hier ook niet. Daar hebben we hard naar moeten zoeken maar gelukkig hebben we nog een mannetje en een vrouwtje gevonden. Yes! Hier zitten er twee! Die hebben we naar een laboratorium gebracht zodat ze met elkaar kunnen voortplanten. En, wilde het een beetje werken? Dat is gelukt, ja. En de eisnoeren die ze geproduceerd hebben, hebben we hier uitgezet. Dus nu is het gefikst? Nou, daar is het verhaal nog niet mee af. Die knoflookpad heeft bepaald geen makkelijk leven. Van de duizenden eitjes die de moederpad legt, komen er maar een paar uit. En die gaan aan land, klaar voor de strijd. En dan komt de reiger, de eerste horde. En niet veel knoflookpadden komen langs dat eerste level. Ha, is dat een reiger? Maar een enkeling wel. Dan komt de volgende tegenstander: het zwijn. Alleen de allerslimste en allersterkste knoflookpadden weten deze horde te nemen. En dan begint hun zware leven vol gevaren pas. En het erge is, de knoflookpad krijgt er nul erkenning voor. Hoe bedoel je? Neem bijvoorbeeld die kraanvogels. Twee, drie weken geleden kwamen die overgevlogen, een massamigratie. Die beesten maken geluid, het valt op, ziet er schitterend uit. Die pakken die shine. De knoflookpad heeft ook zo'n massamigratie. Elk voorjaar weer, maar 's nachts en in de zeikende regen. Niemand gaat naar buiten om dat beest te zien. Is er dan niemand die van me houdt?? Je hebt helemaal gelijk, meer shine voor de knoflookpad. Precies, dat is de reden waarom ik de knoflookpad zo ongelooflijk gaaf vind. Tim neemt me mee naar een knoflookpaddenpoel. Een plek waar dit schaarse beestje zijn eitjes legt. Een groep biologen heeft een trucje bedacht om de knoflookpadden in de gaten te houden. Zo'n pad komt hier 's nachts aan gewandeld. En die denkt: ik moet naar die poel. Ja, snap ik. Die komt bij dat net, daar komt hij niet overheen natuurlijk. Dus hij slaat linksaf of rechtsaf. Daar hebben we heel handig een paar emmers ingegraven, daar dondert hij in. Ik wil wel gaan kijken. Laten we dat doen. Kijken of er iets in zit. O, ik heb iets. Nee, joh. Jongens, dit geloven jullie niet. Is dit ook echt de pad die we zoeken? Dit is niet de knoflookpad. Zoeken naar een bijna uitgestorven dier is een vak apart. Kijk, dit is weer een gewone pad. Weer een gewone pad? Nog steeds geen knoflookpad. Maar wel goed dat we hem vinden. Ja. Top. Dat is in ieder geval goed. Zelfs met expert Tim erbij is het ons vandaag niet gegund. Padden genoeg, maar niet onze held de knoflookpad. Dit vind ik ook ontzettend shit, eigenlijk. Maar dit geeft dus wel aan hoe de situatie met de knoflookpad nu is. Het gaat ronduit slecht met het beest. Daarom is het belangrijk dat we de knoflookpad niet uit het oog verliezen.