Het is 1956. De spanningen van de Koude Oorlog komen tot een kookpunt. De Koude Oorlog verdeelt Europa in twee kampen. Het kapitalistische West-Europa, met als bondgenoten de Verenigde Staten en het communistische Oost-Europa, dat onder de invloedssfeer van de Sovjet-Unie valt. In het Oostblok heerst onrust. De grote leider van de Sovjet-Unie, Jozef Stalin, die de landen in een ijzeren greep heeft gehouden, is in 1953 overleden. Zijn opvolger Chroesjtsjov belooft meer vrijheid en zette een proces van destalinisatie in.
In verschillende Oostbloklanden ziet de bevolking dit als een kans om meer vrijheid op te eisen. Ook in Hongarije, dat sinds 1949 een communistische regering heeft, gloort hoop. De bevolking is ontevreden over de werkloosheid en de strenge staatscontrole. Jarenlang hebben ze als een soort van dwangarbeiders voor de Sovjet-Unie moeten werken. Nu de invloed van de Sovjet-Unie af lijkt te nemen en de Hongaren iets meer vrijheid schijnen te krijgen, maken ze daarvan gebruik door te demonstreren.
In oktober 1956 gaan duizenden inwoners van Boedapest de straat op. Ze eisen dat de Russische troepen vertrekken uit hun land. De massale volksopstand begint als een vreedzame betoging, maar wordt langzaam maar zeker steeds gewelddadiger. Er worden leuzen geroepen als 'Russen naar Rusland' en de gehate Rode Sovjetsterren op de officiële gebouwen worden neergehaald. Ook boeken uit communistische boekhandels worden op straat verbrand.
Maar dan, op 4 november 1956, rijden Russische tanks Boedapest binnen. Ze slaan de opstand, die 13 dagen heeft geduurd, met harde hand neer. De wanhopige Hongaren proberen de Russen nog tegen te houden en vragen het Westen via de radio om hulp.
De westerse landen durven het niet aan en houden zich afzijdig. De opstand kost duizenden mensen het leven. En meer dan tweehonderdduizend Hongaren slaan op de vlucht. De gebeurtenissen in Hongarije worden ook in Nederland op de voet gevolgd. Ons land krijgt Marshall-hulp van de Verenigde Staten in de vorm van giften en leningen en is onderdeel van de westerse kapitalistische invloedssfeer. De onderdrukking van het Hongaarse volk past bij het vijandsbeeld dat men heeft van de communistische Sovjet-Unie. De beelden van Hongaarse vluchtelingen zorgen ervoor dat veel Nederlanders heftig en emotioneel reageren op het gewelddadige ingrijpen van de Sovjets in Hongarije. Als Hongaarse vluchtelingen in Nederland komen, worden ze met open armen ontvangen.
Overal in ons land worden protestbijeenkomsten georganiseerd. Felle toespraken waarin de Sovjet-Unie wordt veroordeeld voor het geweld, worden afgewisseld met oproepen om de vrijheidsstrijders in Hongarije te steunen.
De emoties tijdens deze protesten lopen hoog op. Er ontstaan rellen die zich richten op de CPN, De Communistische Partij in Nederland en een Russische vertegenwoordiging in ons land. In Amsterdam loopt zo'n protest volledig uit de hand. Symbool van het communisme in de stad is het statige gebouw van Felix Meritis aan de Keizersgracht. Hier is het hoofdkwartier van de CPN gevestigd en wordt de communistische krant De Waarheid gedrukt.
Op de avond van 4 november kwamen daar groepen demonstranten bijeen. Langzaam maar zeker wordt de sfeer grimmiger. De demonstranten roepen leuzen als 'De waarheid kapot, Felix op slot' en proberen het gebouw binnen te dringen. Straatstenen worden losgerukt en naar het gebouw gegooid, ruiten aan de voor- en achterzijde sneuvelen, maar veel verder komen de demonstranten niet. De CPN-leden slagen erin de menigte buiten de deur te houden. De Amsterdamse politie grijpt nauwelijks in. Terwijl het gebouw wordt belegerd verschensen de leden van de CPN zich binnen. Daar proberen ze de kostbare drukpers van hun krant te beschermen en die blijft gespaard. Om 3 uur 's nachts beginnen de persen van De Waarheid te draaien. De krant van die dag verschijnt. Opvallend is dat ze niet opent met nieuws over de opstand in Hongarije. Vandaag de dag zien we nog steeds een stille getuigenis van de gebeurtenissen in Amsterdam. Twee straatnaamborden van de Stalinlaan zijn de ochtend na de demonstratie door een buurtbewoner vervangen door 4 novemberlaan. Een aantal dagen later besluit het gemeentebestuur dat de straat voortaan de naam Vrijheidslaan zal dragen en zo heet die straat nog steeds.