Het is 1795, het Franse leger valt Nederland binnen. Het is een strenge winter en de rivieren zijn bevroren, dus de Fransen veroveren met gemak ons land. Napoleon die heerst over Frankrijk heeft ze gestuurd. Hij wil zijn macht over Europa uitbreiden.
Willem V, onze stadhouder vlucht en vertrekt met een schip naar Engeland. Veel Nederlanders waren blij met de komst van de Fransen. Ze zouden ons meer vrijheid brengen. Er werd gezongen en gedanst rond de vrijheidsboom. Alles zou anders worden. En beter. Maar dat viel tegen.
Ons land werd steeds armer, want Napoleon eiste dat Nederland 100 miljoen gulden aan Frankrijk betaalde. Dit geld had hij nodig om oorlog te voeren. Daarnaast moesten we het Franse leger van 25.000 man eten geven en kleden. En?er kwamen steeds meer soldaten bij. Bovendien werden de vijanden van Frankrijk ook onze vijand. Zo kwamen we in oorlog met Engeland.
De Engelse schepen waren de baas op zee. Er was geen Nederlands schip dat de haven durfde uit te varen, anders zou ze door de Engelsen worden opgepakt. Handel konden we dus niet meer drijven. Er kwamen geen goederen meer aan. Steeds meer mensen raakten werkloos en werden arm. Ze leden honger.De vrijheid die ze hoopten te krijgen was ver te zoeken. Ze moesten doen wat de Fransen wilden.
De Franse tijd duurt twintig jaar. Dan is het gedaan met de macht van keizer Napoleon. De Franse legers trekken weg uit Nederland. Willem V, de gevluchte stadhouder kwam niet terug. Die leefde niet meer. Maar zijn zoon kwam aan met een schip op het strand van Scheveningen. Hij werd onze eerste koning van Oranje, koning Willem I. De Franse tijd was voorbij en Nederland werd een koninkrijk.