In de oceaan leven niet alleen maar vissen: er wonen hier ook verschillende soorten zeezoogdieren. De walvis bijvoorbeeld. Er zijn twee verschillende groepen: de baleinwalvissen en de tandwalvissen. Deze namen zeggen iets over de manier waarop ze hun voedsel vangen. Baleinwalvissen zwemmen met hun open mond rond om voedsel te vangen. Daar blijft het voedsel hangen aan de baleinen. Dit werkt als een soort zeef in hun mond. Tandwalvissen vangen hun voedsel met hun tanden. Zij gaan op jacht.
Wat deze twee soorten hetzelfde doen is ademen. Alle walvissen ademen door middel van een luchtgat bovenop hun hoofd. In de Nederlandse zee komen ook walvissen voor zoals deze bruinvis. Deze hoort bij de groep van de tandwalvissen. En het is de kleinste walvissoort.
De bruinvis is dus lang niet zo groot en zwaar als deze gigantische zuidkaper. Dat is een baleinwalvis en die zwemt in zeeën ver van Nederland. De bruinvis zwemt wel bij ons in de buurt. Dit is de meest voorkomende walvissoort in de Noordzee. Ze lijken een beetje op dolfijnen, maar ze zijn toch anders. Hun voorhoofd is een stuk boller dan het spitse snuitje van de dolfijn. Eigenlijk is de naam “bruinvis” wel een beetje vreemd, het zijn namelijk geen vissen, maar zoogdieren. En ze zijn niet bruin, maar grijs van kleur. Dit is vroeger zo bedacht, omdat ze toen nog niet zoveel wisten over alle dieren in de zee. Er worden regelmatig bruinvissen gespot bij ons aan de kust. Als ze ziek of zwak zijn, spoelen ze soms ook wel eens aan. Die bruinvissen worden opgevangen in het Dolfinarium. Hier zorgen ze ervoor, dat de bruinvissen weer aansterken en snel de vrije natuur weer in kunnen. Er zijn ook bruinvissen die niet meer terug kunnen naar de zee. Zij kunnen niet meer zonder de verzorging van mensen. Als het dus echt niet anders kan, blijven ze wonen in de Bruinvisbaai van het Dolfinarium.
Met materiaal uit: Beagle - In het kielzog van Darwin.