Wat hebben we het leuk! Ik lig helemaal in een deuk! Nee, nee, nee, nee! In de kreuk! Nooit een dag sip. Met Woezel en Pip. Jullie eten toch wel jullie boterhammetjes op, he. Oo...Hee... Ik hoor geklop. Hee, Woezel en pip.Hee. Wat leuk, jullie zijn thuis. Wat goed om jullie te zien. Goed om ons te zien? Ik vind het ook leuk om jou te zien. En ik vind het leuk om jou te zien, haha! Eh, mag ik misschien binnenkomen? Eh...Nou, nou, nee. We moeten eerst nog onze boterhammetjes opeten. We mogen van tante Perenboom niemand binnenlaten die we niet kennen. Maar misschien kennen jullie mij wel. Ik ben Andre Kuipers, de astronaut. Zei hij nou astronaut? Een echte? Een echte. Ik wou jullie een verhaaltje voorlezen. Ooh! Ooh! Ja, voorlezen! Dat is leuk! Voorlezen! We hebben nog nooit een echte astronaut in ons hok gehad. Nee. Ehm, wacht even, meneer de astronaut. Ik wacht. Tante! Er staat hier, eh... Hoe heet u ook al weer? Andre Kuipers. Andre Kuipers. Die komt uit de ruimte om ons voor te lezen. Is dat goed? Ja, leuk he, jongens. Ik had 'm al naar jullie toegestuurd. Veel plezier! O, leuk, kom maar binnen, meneer de astronaut .Kom ik binnen. Dit is wel heel bijzonder. Dat ik bij jullie thuis mag komen. Dat vind ik wel heel erg bijzonder. Een mooie plek. Het lijkt wel alsof ik hier eerder ben geweest. U bent hier toch voor het eerst? Ja, maar het lijkt erg op mijn ruimteschip. Want daar zit je ook met z'n drietjes zo. Ja. Best krap. Je zit dicht tegen elkaar. En hoe ziet de ruimte er dan uit?
De ruimte is heel bijzonder. Dat kan ik laten zien, want ik ga een stukje voorlezen uit het boek. Kijk, het gaat over Andre, het astronautje. En die gaat naar de maan. Waar? Kleine Andre vindt de maan heel erg mooi. Elke dag kijkt hij naar de maan. Waarvan is de maan eigenlijk gemaakt, vraagt hij aan muis. Van diamant. Of van kaas misschien. Of van spekjes! Hahaha. Dat heb ik een keer gedroomd. Echt? Ja. Dan was aan het einde van de droom vast niets meer over van de maan. Dat weet ik niet meer, want toen werd ik wakker. Hahaha. Muis, in de schuur van opa staat nog een oude raket. Ja, we hebben een raket nodig. En natuurlijk een ruimtepak. Want in de ruimte kunnen we niet ademen. He? He? Is daar geen lucht? In de ruimte is geen lucht. Dat moet je dan meenemen. Dan heb je een soort pak op je rug. Daar kan je lucht uit halen, net zoals bij duikers, die hebben ook een fles op hun rug. Dus dat moet je allemaal hebben. In de tuin van opa staat een raket, klaar voor vertrek. Niet te dichtbij komen, hoor. Dat is te gevaarlijk, waarschuwt de agent. Want zo'n raket is met een hoop vuur en zo. Zullen we gaan lanceren? Ja! Ja! Met z'n drietjes bij elkaar. En dan gaan we aftellen. 5, 4, 3, 2, 1...start! Woo! Woo! Woo! Helemaal op onze stoel gedrukt de ruimte in. Woooe! Jeee! Helemaal de ruimte in. Dat is best spannend. Ja! Zo'n spannende raketlancering, he. Een paar minuten na de lancering is het buiten al pikkedonker. Echt? Muis, het is gelukt. We zijn in de ruimte. Haha. Kijk eens, ze hangen op z'n kop. Ja, want dat gebeurt er in de ruimte. Alles wat beneden is... Alles gaat zweven. Dan lijkt het dat wat beneden is, boven en wat boven is, beneden! Ja. En niet alleen Andre en muis zweven plotseling rond... maar ook de appels van oma, de dropjes...de zaklantaarn en het schoolschrift, dat hadden ze ook bij zich. In de ruimte weeg je niks en daarom zweef je. Maar meneer Andre, hoe moet dat nou met plassen? Nou, dat is wel bijzonder. Want dat zweeft ook. Alle plas en poep gaat ook zweven. Dus voordat je naar de wc gaat moet je een soort stofzuiger aanzetten, zodat alles in een zak of pot komt. Want anders zou het gaan zweven. Ja. Bleh! Ieeuw! En je kan natuurlijk mooi naar buiten kijken. Hee, de aarde lijkt wel een blauwe knikker. Kijk! Hee, wat is dat? Dat is een ruimteschip. Een stel vreemde figuurtjes zwaait naar Andre en muis. 'Hallo', roepen ze. Hallo! Hallo! Hallo. Wij komen van Mars. Gaan jullie naar de Maan? Mogen wij mee? We willen ook wel eens zien waar de maan van gemaakt is. Ja, leuk! Kom maar mee, hoor! Jullie mogen mee. Van spekjes. Ja. Nou, dan komen ze in de buurt van de maan. Muis, het wordt tijd om af te remmen. Dan ga je afremmen en dan ga je op de Maan landen. Ze staan op de Maan. De deur van de raket zwaait open. Hee, dat is raar. Ik kan heel hoog springen. Andre begint te dansen en gek te doen. Kom vrienden van Mars, laten we de Moonwalk doen. Dat is gek. Je bent heel sterk op de Maan, he. Dan zweef je helemaal rond. Ja, en dan natuurlijk...Hee muis, nu kunnen we eindelijk zien waar de Maan van gemaakt is. Oh, ik ben benieuwd! Ik ook, ik ook, ik ook! Met een lepel vult Andre z'n emmer. O, het is gewoon zand. Zand? Zand? Geen kaas te bekennen. Ja...Is dat echt waar? Echt waar. Muis kijkt ook erg beteuterd. Hij had wel trek in een lekker hapje. Ja. Andre lacht en doet de deksel op de emmer, zodat het zand straks niet wegzweeft. Ja, muis, het is niet meer dan zand. Maar het is wel... ALLEN: Zand van de Maan! Heel bijzonder zand, heel bijzonder zand. Dat zou ik ook wel willen hebben. Ja. Maar dan moet je toch weer terug naar huis. Dag zeggen ze tegen hun vriendjes van Mars. Dag! Daag! We gaan maar weer eens. En dan komt een hele spannende: De landing. Terug naar de Aarde. En dan moeten we gaan landen. Ooh! Ooh! We gaan door de dampkring. We gaan landen. We schudden door elkaar.
We zakken naar beneden, wiebel, wiebel. Hij gaat naar beneden. En dan...Ja? Gaat de parachute open. He? Ja. Parachute? Aan het einde hang je aan een parachute. Dan hang je aan een parachute... en dan klap je met een grote klap op de grond. Maar je zit goed in je stoel met je riemen vast en dan sta je weer op de grond. Terug op de Aarde. Wauw. En iedereen is blij. Ja. Ook de burgemeester. En de burgemeester is zo trots dat hij Andre en muis tot ereburgers...van de stad benoemd. Echt? Ik hoop dat jullie nog veel mooie reizen zullen maken, zegt hij. Prachtig, he? Wauw. Andre, u bent de erebezoeker van de Tovertuin. Ja, haha! Dank je wel! Wat was dat een spannende reis, zeg. En dat gewoon in onze eigen hok, Woezel. Ja.