Ammonieten zijn inktvissen die lang geleden zijn uitgestorven. Ze zagen er ooit zo uit. De naam ammoniet komt van de Egyptische god Ammon. Ammon was een god met het uiterlijk van een ram. Omdat de vorm van de schelp van de ammoniet een beetje lijkt op de hoorn van een ram kreeg de inktvis deze naam. De ammoniet had ongeveer tien armen en goed ontwikkelde ogen. De oudste ammonieten leefden zo’n 410-360 miljoen jaar geleden. Er leefden heel veel verschillende soorten ammonieten in zee: koudwater-, warmwater-, ondiepwater-, en diepwaterammonieten. Maar ook qua vorm en grootte kunnen ammonieten erg verschillen. Ze konden strak opgerold zijn of hadden de vorm van een kurkentrekker of haak. En sommige werden maar één centimeter, andere wel tweeëneenhalve meter! 65 miljoen jaar geleden zijn de ammonieten uitgestorven, net als de dinosauriërs. Ammonieten leken een beetje op de nautilus, een inktvissoort die nog wel leeft.
Deze ammoniet is doormidden gezaagd. Je ziet dan dat de schelp uit een aantal kamers bestaat. De inktvis leefde in de voorste kamer die kon worden afgesloten met een klep. De andere kamers waren met elkaar verbonden door een dunne buis, die sipho wordt genoemd. Door met deze buis gas in de kamertjes te pompen, kon het dier zich in het water naar boven bewegen. Door gas uit de kamertjes te laten, ging hij weer omlaag.
De lijnen die je op de ammoniet ziet geven de aanhechting van de kamerwanden in de schaal aan. Ze heten sutuurlijnen De vorm van de sutuurlijnen verschilt van soort tot soort. De oudste ammonieten hebben eenvoudige sutuurlijnen. Ammonieten die later zijn ontstaan kregen sterkere schalen waardoor de sutuurlijnen grilliger werden. De vorm van de sutuurlijnen is dus een aanwijzing voor de periode waarin de ammoniet leefde.
Fossielen ammonieten veranderen alleen qua kleur. De witte kleur wordt door de jaren heen roodbruin met een glans van rood, oranje of krijgt zelfs een diep blauwe kleur.
In de zuidkust van Engeland worden heel vaak fossielen gevonden. Daar zijn zelfs ammonieten in de bestrating verwerkt. Niet voor niks dat het dorp dan ook “fossielendorp” wordt genoemd.