Nederland heeft maar een beetje aardolie in de bodem. Dat is lang niet genoeg. Daarom wordt uit verschillende gebieden in de wereld aardolie naar Nederland gebracht. Bijvoorbeeld uit Iran, Saoedi-Arabië, Rusland, Nigeria en Venezuela.
De olie komt met mammoettankers naar Nederland. Het zijn enorme schepen. Dus het binnenvaren in de haven van Rotterdam is niet zo gemakkelijk.
Daar komt heel wat bij kijken.
Zo moet er een loods aan boord van het schip komen. Dat is iemand die de ondiepe en gevaarlijke plaatsen in de zee goed kent,
er moeten sleepboten uitvaren om de tanker naar binnen te slepen en er moet gecontroleerd worden of het schip wel veilig de haven kan invaren.
Het binnenvaren is alleen maar mogelijk bij vloed, als het hoog water is. Want door de enorme hoeveelheid olie in de tanker, ligt het schip wel twintig meter diep. Dat is ongeveer zo diep als een flat met zeven verdiepingen hoog is.
Een mammoettanker is zo groot als vier voetbalvelden achter elkaar. Dat is dus niet makkelijk te besturen.
Het aanleggen is een nauwkeurig karwei. Het is passen en meten.
Al met al duurt het uren voordat de tanker uiteindelijk op de plaats van bestemming ligt.
En er mag niets misgaan. Want als de olie in zee komt, is dat een grote ramp voor het milieu.