“Je kent me allang. Wereldberoemd ben ik. Maar ken je ook mijn verhaal?”
In 1889 heeft Vincent zich laten opnemen in een psychiatrische inrichting in St. Remy in het zuiden van Frankrijk. Hij is ziek maar werkt hard door: ‘als een schilderlocomotief’. Zoals hij dat zelf noemt. Een jaar later, in 1890 voelt hij zich wat beter maakt hij dit schilderij, voor zijn pasgeboren neefje, Vincent Willem. Als hij zich sterk genoeg voelt, vertrekt Vincent uit de inrichting om dichter bij zijn Broer Theo te gaan wonen: hier in Auvers, vlakbij Parijs.
Theo stelt Vincent voor aan Dokter Cachet. Cachet houdt van moderne kunst en als dokter kan hij mooi Vincent een beetje in de gaten houden. Cachet en Vincent worden goede vrienden. En op een mooie dag komt Theo met zijn gezin uit Parijs, gezellig langs om hier te lunchen in de tuin van de dokter…en loopt Vincent met zijn kleine neefje op de arm en laat hij hem de kippetjes zien…Eindelijk schijnt de zon een beetje in Vincents leven…
“Ik heb mijn leven weer wat op orde. Niet drinken, vroeg opstaan en naar buiten. Ik werk veel en snel, zo kan ik laten zien hoe wanhopig vlug de dingen in het moderne leven voorbijgaan. “
Auvers is een mooi dorp waar veel kunstenaars gewoond en gewerkt hebben. Als Vincent, deze tuin ziet, wil hij die graag schilderen, maar heeft geen schildersdoek bij zich. Dus pakt hij een gewoon een linnen theedoek en gaat aan de slag. Hij is niet te stoppen.
Hier woont Vincent, in deze herberg, de Auberge Ravoux. Hij drinkt niet meer, gaat vroeg naar bed, staat op tijd op om te schilderen in de omgeving.
Maar net nu het zo goed lijkt te gaan, gaat het gaat toch weer mis... “…en ik heb nadrukkelijk geprobeerd er triestheid, extreme eenzaamheid in uit te drukken..”
Vincent vindt dat hij gefaald heeft als kunstenaar. Bijna niemand koopt zijn schilderijen. En hij kan natuurlijk niet altijd maar van zijn broer Theo afhankelijk blijven. Vincent trekt er net als andere dagen op uit, de velden in…en dan…
Vincent heeft zichzelf in zijn borst geschoten en is zwaargewond teruggekomen in de herberg. Daar boven in de kamer verzorgt zijn vriend Dokter Cachet hem. Zijn broer Theo is snel uit Parijs hierheen gekomen. Om hem heen hangen zijn schilderijen. Maar het is hopeloos. Vincent sterft op 29 juli 1890. Hij is dan 37 jaar oud.
Vincent is teleurgesteld gestorven. Heel triest, want net voor hij sterft verschijnt de eerste lovende recensie over zijn werk. Theo zorgt er samen met zijn vrouw Jo, voor dat alles van Vincent, al zijn brieven en al zijn schilderijen, tekeningen en krabbels, bewaard blijven. Daarom weten we nu ook zoveel over hoe Vincent dacht, hoe hij zich voelde.
Maar Theo sterft al snel, een half jaar na Vincent. En nu liggen ze hier, naast elkaar. Net zoals ze in Brabant als kleine jongens samen in 1 bed sliepen.
De schilderijen van Vincent van Gogh zijn nu wereldberoemd: miljoenen mensen over de hele wereld kennen zijn werk. We zijn er gek op! Sleutelhangers, placemats, hondenjasjes...We vinden zijn schilderijen zó mooi dat we ze dicht bij ons willen hebben…Maar wat ik het mooiste vind, dat is zijn verhaal. Het verhaal over die onbegrepen eigenwijze doorzetter.
“Nu ken je mijn verhaal, over kleur en schoonheid in alles om ons heen. Over dat je dát moet doen waar je goed in bent…En jij, zeg eens waar ben jij goed in?”