Sterren bestaan er in alle soorten en maten. Sterren kun je zien als levende dingen. Ze worden geboren, leven een poosje en gaan dan weer dood. Heel af en toe heb je een ster die zo zwaar is, dat hij door de zwaartekracht in elkaar stort. Een ster die wel tien keer zo zwaar is als de zon, die instort tot een bal van maar een paar kilometer. Of twee sterren die om elkaar heen draaien en uiteindelijk op elkaar botsen. Zoveel massa, zo dicht bij elkaar…
Zo ontstaat er een Zwart Gat!
Zo’n zwart gat is zo zwaar, dat niets er van kan ontsnappen. Als je er vandaan zou kunnen springen, word je weer terug getrokken. Net als bij de zwaartekracht op aarde. Maar de zwaartekracht van het zwarte gat is zo groot dat je zelfs met een raket er niet van kan ontsnappen. Hoe hard je ook gaat, je wordt altijd weer teruggetrokken naar binnen.
Zelfs licht kan niet ontsnappen. Zo sterk is de zwaartekracht van het Zwarte Gat
Als licht niet kan ontsnappen, kun je een Zwarte Gaten dus ook niet zien. Toch weten we dat ze bestaan. Het zwarte gat buigt het licht van alles wat er achter ligt een beetje om. Zo weet je dat er een zwart gat moet zitten. Zwarte gaten zijn heel interessant voor sterrenkundigen, maar je kunt er maar beter uit de buurt blijven.