Zo. Hier op de Floriade laten ze met die blauwe handjes zien hoe groot de ecologische voetafdruk van een Nederlander is. En die is best flink.
Om te leven, gebruikt iedereen een stukje van de aarde. Dat heb je zelf misschien niet zo door, maar zo is er landbouwgrond nodig voor je groente, voor het katoen van je kleding en bos voor hout. Voor bijna alles wat we nodig hebben gebruiken we 'n stukje van de aarde. We noemen dit stuk land je 'ecologische voetafdruk'. De grootte van je voetafdruk wordt bepaald door wat je eet, hoe je woont, wat je koopt en hoe je reist. De voetafdruk van Nederlanders is groot. Als iedereen op aarde zo'n groot stuk land zou gebruiken, zouden we drie aardes nodig hebben.
Zo, kijk eens: burgertje voor jou. Lekker. Frietje voor mij. Eet ze. Eet smakelijk. Oh, dat is toch echt wel heel lekker, hè? Dat we gewoon al het eten kunnen krijgen wat ons hartje begeert. Je zou bijna vergeten dat het ook nog ergens moet groeien. Kijk: Hier heb je bijvoorbeeld ui, kool, sla, komt allemaal van het land. Maar we hebben niet alleen voor groente land nodig maar ook voor deze hamburger. Die komt natuurlijk van, precies, een koe. En voor die koeien hebben we stallen en weilanden nodig. Al dat eten moet ook nog vervoerd, verwerkt en verkocht worden. Dat kost allemaal superveel energie.
Eten is dan ook het grootste deel van onze voetafdruk. Een derde om precies te zijn. Met een gezin van vier mensen heb je elk jaar alleen al voor je eten een stuk land ter grootte van twaalf voetbalvelden nodig. En zo putten we de aarde uit en ontstaat er klimaatverandering. Daardoor wordt de aarde op sommige plekken veel droger. En op andere plekken veel natter.
Dat extreme weer maakt het verbouwen van voedsel moeilijker. Dus hoe groter onze voetafdruk, hoe lastiger het wordt om ons eten te blijven maken.
Maar niet voor al het eten heb je even grote stukken land nodig. Vooral het eten dat van dieren komt, kost veel ruimte. Denk bijvoorbeeld aan eieren, melk, of een lekker visje en natuurlijk vlees. Tijd om uit te zoeken hoe dat komt.
Voor het maken van een kipfilet, een glas melk of een biefstukje, eten dat van dieren komt, heb je veel meer land nodig dan bijvoorbeeld het maken van een banaan, donut of wortels. Voor een kilo wortels heb je maar vijf vierkante meter land nodig. Maar voor een kilo biefstuk heb je 100 vierkante meter land nodig. Voor een biefstuk heb je namelijk iets belangrijks nodig: een koe. Hallo! Koeien leven in een stal en als het even kan lekker buiten op het land. Maar voor het groeien van een koe is meer land nodig dan dit weiland. Dat zit zo: Ons eten, de koe, moet zelf ook eten. Kijk eens. Als je wortels, aardappelen of tarwe wilt laten groeien, heb je maar een paar stukken aarde nodig. Maar om 'n koe te laten groeien, heb je veel meer stukken aarde nodig. In Nederland eten veel koeien gras van eigen land. Maar veel koeien in de rest van de wereld eten soja of maïs en dat moet ook ergens groeien. En om soja te laten groeien, wordt kunstmest gebruikt. En dat komt ook weer ergens vandaan. Voor zo'n stukje vlees zijn dus heel veel stukjes land nodig.
En er is nóg een reden waarom de voetafdruk van een stukje vlees zoveel groter is dan van ander eten. Namelijk... Boeren. En dan niet van mij, maar van deze vrolijke vrienden. Als een koe zijn eten verteert, komt er in de pens van de koe een gas vrij: methaan. Als een koe een boer laat, komt dit methaan in de lucht terecht en methaan is een gas dat bijdraagt aan de opwarming van de aarde. Om dat tegen te gaan is ook weer een stukje land nodig. Een stuk land met bomen die de lucht kunnen zuiveren.
Door minder vlees te eten, kan je je voetafdruk dus flink verkleinen. Als je twee dagen in de week geen vlees eet, wordt je voetafdruk meteen een stuk kleiner. 50 bij 30 meter kleiner om precies te zijn. En dat is wel zo'n groot stuk land! Vier op de tien Nederlanders probeert al minder vlees te eten. Met z'n allen kan dat al snel veel schelen. Maar dat is niet voor iedereen even makkelijk.
Hey, Reint Jan. Hallo. Hai. Hallo. Jij doet onderzoek naar duurzaam gedrag. Ja. Hoe kan het dat het zo moeilijk is om minder vlees te eten. Ik hoor vaak dat het gewenning is. Klopt dat? Ja, juist die gewenning, dat is 'm ook. Het is iets wat je al jaren hebt opgebouwd als gewoonte, routine. Om dat te veranderen, vinden we heel erg lastig. Wat het extra lastig maakt, is dat die keuze iedere dag terugkomt. Dus het is iedere dag opnieuw kiezen voor minder vlees eten. Als je al een keuze hebt natuurlijk. Ik kan er zelf voor kiezen om geen of minder vlees te eten, maar eten doe je vaak samen. Daarom is het extra moeilijk. Als al je vriendjes friet én frikadel willen, is het moeilijk om dat niet te doen. Oké. Nou, dat maakt het wel ingewikkeld. Maar ik vind het wel een leuke uitdaging.
Minder vlees eten is voor veel mensen een grote stap. Ook voor deze vleeseters die ik straks een vegetarische maaltijd ga geven. Jongens, hebben jullie al een beetje trek? Ja? Mooi. Gelukkig krijg ik hulp van Walter Marskamp. Hij is chef-kok en kookt het liefst zonder vlees.
Zo Walter, wat staat er vandaag op het menu? Wat we vandaag gaan doen? We hebben een supermooie watermeloen. Die gaan we marineren. Dan doen we hem in de oven en komt-ie eruit als een ham. Als een ham? Yes. Dan snij je hem door de helft. Ja. Oei, daar is-ie.Kijk eens aan. Zo. Oooh! O, lekker. Walter, jij kookt dus heel veel met groente. Ja. Is dat altijd zo geweest? Nee. Ik heb veel met vis en vlees gekookt. En wat was dan voor jou de omslag? Dat was toen we dit restaurant openden en mijn zoon geboren werd. Toen realiseerde ik me dat dat niet de toekomst is. De toekomst ligt naar minder vlees en vis, zuivel en naar meer groente. Mocht mijn zoon nog willen genieten van deze mooie aarde, wereld. Ja. Dus deze bak is eigenlijk onze toekomst? Juist. Zo, kijk eens. Alsjeblieft. Nou, eet smakelijk. Geniet ervan. Ja. Heel lekker, ja. Het doet me een beetje denken aan de structuur van zalm. Het smaakt fruitachtig fris, inderdaad. Het smaakt rokerig, maar het is heel lekker. Wat het is, is een watermeloen, heel langzaam gegaard met specerijen en kruiden erbij. Het is heel vlezig, hè? Ja. Ik zei fruitig. Ja, je zat in de buurt.
Als je minder vlees wilt eten, zijn er dan dingen die je kan proberen om dat wat makkelijker te maken? Het is sowieso belangrijk om te bedenken waarom je het wilt. En dan om heel concreet te maken wanneer je het anders gaat doen. Bijvoorbeeld op woensdag en vrijdag minder vlees, samen met anderen.
Walter, volgens mij hebben we nog wat. Is het bloemkool? Nou Walter, vertel het maar. Nee, het wordt gemaakt van aspergeschillen. Wow. Dus ook nog eens goed voor je voetafdruk. Want je gooit dus niks weg. Echt lekker. Zou zo'n maaltijd voor herhaling vatbaar zijn? Zeker, ja. Mooi. Kunnen jullie mooi helpen met de afwas.