Wat hebben ‘Daar wordt aan de deur geklopt’, Graaf Tel en de Johan Cruiff Arena te maken met de wals?
De geschiedeni... Wat?
‘De Wals-instructie’
Begin met je linker,- en rechtervoet naast elkaar.
Stap naar voren met je linkervoet.
Stap diagonaal naar voren met je rechtervoet.
Nu zouden mijn voeten ongeveer
op schouderbreedte moeten staan.
Stap bij elkaar. Zet je linkervoet naast je rechtervoet
zodat ze weer naast elkaar staan.
Ik geef het op. Dansen is niks voor mij.
Laat ik het maar bij de muzíek houden.
De wals stamt oorspronkelijk uit de volksmuziek van Zuid-Duitsland en Oostenrijk.
Onstaan, al dan niet onder invloed van een volgens het Duitse reinheitsgebot gebrouwen biertje.
-Wir gehen walsen-
-Bist du verrückt?!’
Kenmerkend voor de wals is de 3/4-maat.
Drie kwartnoten in een maat.
Zoals Graaf Tel ons al leerde in onze Sesamstraat-jeugd.
♫ Wat fijn, zo'n wals die rustig deint. ♫
♫ En ik tel 1, 2, 3, tot het eind. ♫
♫ De maat die blijft maar steeds gelijk. ♫
♫ Het ritme dat blijft dus vastomlijnd. ♫
Drie tellen in de maat dus, met een accent, een nadruk, op de eerste tel. -Boem-tsjak-tsjak-
-Boem-tsjak-tsjak-
Uitermate geschikt om als paar op te dansen.
Voorlopers van de Wals werden al gedanst in
de 12e en 13e eeuw. Dit waren boerendansen.
De voorloper die in Parijs gedanst zou zijn heette Nizzarda, de versie uit Beieren heette de Volta.
Deze verspreidden zich binnen Europa van het platteland naar de buitenwijken van de stad.
Eind 16e eeuw bereikte de walskoort Wenen,
waar ie de naam 'Weller' kreeg.
De dans werd in de tweede helft van de achttiende eeuw sneller en de dansparen kregen een gesloten danshouding.
Een houding waarbij de dame voorover leunt en het lijkt alsof ze zou omvallen als de man er niet zou zijn.
De hogere klasse vond deze toestand maar abject en infaam.
De dansers dansten zó dicht tegen elkaar
dat hun gezichten elkaar bijna raakten.
Dat kon natuurlijk niet.
Nee, dat kan niet.
Toch waren steeds meer edellieden wel klaar
met hun eigen brave dansen en zeiden:
“Pff, geen bal aan ons geschuifel.
Ik ga walsen op het bal van mijn bedienden!”
De doorbraak van de wals kwam
met het Weens Congres van 1814 en 1815.
Waarschijnlijk is de term Weense Wals ook daarvan afgeleid.
Tijdens dat Congres werd er gebakkeleid over de Europese situatie na de Napoleontische oorlogen.
Na al die ellenlange vergaderingen
wilde men niet wenen maar dansen!
Er werd daar heel wat afgewalst.
De Weense wals werd nóg populairder en steeds meer componisten stortten zich op deze dansmuziek.
Een bekende vroeg-moderne wals stamt uit 1788, namelijk “O du lieber Augustin”...
...van de Oostenrijkse minstreel
en doedelzakspeler Marx Augustin.
In Nederland kennen wij het beter als het Sinterklaasliedje “Daar wordt aan de deur geklopt”.
Een familie die onlosmakelijk met de wals verbonden is, is de familie Strauss. Johann Strauss sr. heeft ertoe bijgedragen...
...dat de boerendans werd omgevormd tot een dans die ook op de Duitse hoven werd gedanst.
Daarna ging het heel hard: Johann Strauss junior zorgde voor een verdere verspreiding van de wals...
...over Europa en naar de rest van de wereld...
...en Levi Strauss deed hetzelfde voor de spijkerbroek.
Maargoed, wie Johann Strauss zegt, zegt André Rieu.
De man die de rotondes in Maastricht altijd driekwart neemt.
De man die met zijn Johann Strauss Orchestra de wereld over walst en die op de middenstip van de Amsterdam Arena...
...de Second Waltz van Sjostakovitsj speelde en met diezelfde muziek 28 weken lang in de Top 40 stond.
Respect.
De muziek bij de wals ontwikkelde zich in de loop der jaren tot een zelfstandige stijl.
Of ik zo 1-2-3 wat componisten weet?
Tuurlijk: Schubert, Brahms, Tsjaikovski en ook Chopin.
Vooral de versie van de Minutenwals die Chopin voor Jasperina de Jong schreef deed het erg goed.
Na 1900 verloor de wals aan populariteit.
Maurice Ravel probeerde er in 1920 op zijn manier nog een extreme draai aan te geven met La valse.
Waarin de Weense wals
tot bijna bizarre proporties is uitvergroot.
Een musicoloog omschreef het als volgt: ‘Het is niet zomaar een wals, het is een wals over walsen, een wals...
...die over zichzelf heen walst…’
Kortom, een wals met een persoonlijkheidsstoornis.
De geboorte van de rock 'n' roll eind jaren 50 zorgde natuurlijk voor een muzikale revolutie...
...maar die goeie ouwe wals werd niet vergeten.
Denk aan Billy Joel met Pianoman, Leonard Cohen met Hallelujah, REM met Everybody Hurts...
en Alicia Keys met Fallin’.
En vlak ook pub-hits als Mull of Kintyre, Scarborough Fair en Brabant van Guus Meeuwis niet uit.
En wie de nodige versnaperingen op heeft gaat nog steeds walsend naar huis...
...fietsend over gebaande paden...
...geëffend met een wals.