Even goed kijken achter de oren, dat is een lekker warm plekje. En ook de haren in de nek en zo hier bij de pony zijn zeer geliefde plekjes voor de hoofdluis.
We zijn hier op basisschool De Ladder in Maarn. Net als veel andere scholen doen ze hier aan luizenpluizen. Zitten ze er nu wel? Of niet?
Luizen? Nee? Okee.
Een hoofdluis is met het blote oog prima te zien, maar sterk uitvergroot ziet-ie er zo uit. Best eng! Het is een beestje van amper 3 millimeter groot. Dat is nog kleiner dan een mier of de kop van een lucifer. Met zijn zes pootjes klemt hij zich dichtbij de hoofdhuid aan je haar vast.
Jong en oud, iedereen kan het hele jaar door last krijgen van die vervelende beestjes die die nare jeuk veroorzaken. Hoe komen we aan die beestjes en nog belangrijker: Hoe komen we van de hoofdluis af? Na schoolvakanties controleren luizenouders de hoofden van kinderen: Het welbekende luizenpluizen.
Desiree, jij bent ook luizenmoeder. Klopt. Wat heb je hier? Dit is een neetje, kijk, op deze haar. Zie je? O, ja. Dat zou toch ook roos kunnen zijn? Daar lijkt het inderdaad op. Maar roos kun je zo wegblazen. En je ziet dat dit gewoon blijft zitten. Die zitten echt vast aan het haar? Ja, die plakken zich vast en zijn lastig te verwijderen. Die moet je echt tussen je nagels eruit trekken.
Het maakt de hoofdluis niks uit: krullen, steil, matje, hanenkam. Maar ook geverfd haar, bruin haar, blond haar, rood haar, een hoofdluis houdt van alle haartypes. Ook dat van jou en mij. Als het maar haar op een mensenhoofd is. Ze klemmen zich met grijpklauwtjes vast aan ons haar en zelfs als je gaat zwemmen of je haren föhnt, het maakt niet uit, ze blijven zich gewoon vastklemmen. En als je je haar wast met shampoo? Nou, dat helpt ook niet, ze blijven gewoon zitten.
De hoofdluis is een parasiet. Ze hebben ons bloed nodig om te overleven. Een luis op je hoofd zuigt drie tot zes keer per dag bloed op en woont daarom op je hoofd.
Scholen zijn ideaal voor de hoofdluis. Tijdens het spelen komen alle hoofden met al dat haar lekker dicht bij elkaar. Want zo krijg je hoofdluis: door haar-haar contact met iemand die al hoofdluis heeft. Luizen kunnen niet springen maar ze wandelen pijlsnel met hun kleine pootjes van het ene hoofd naar het andere. Hoofdluis heeft niets te maken met vieze of schone haren, het kan iedereen overkomen. Het is dus gewoon dikke pech als je hoofdluis hebt. Maar vervelend is het wel. Het probleem van luizen is dat ze zich zo snel verspreiden. Nou, nu ik er toch ben, doe ik ook maar een luispluis-sessie. Gaat het goed? Prima, ik kan niks vinden. Fiew!
Hier bij het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu adviseren ze wat we het beste tegen hoofdluis kunnen doen. Dit is Desiree Beaujean, hoofdluisdeskundige. Waarom wil de hoofdluis nou zo graag op ons hoofd zitten? De luis voedt zich met bloed. Dus een paar keer per dag zuigt-ie bloed uit je hoofd. Hij brengt wat speeksel aan zodat het bloed niet te snel stolt. Dan kan hij makkelijk een paar keer per dag zuigen. Die jeuk op je hoofd is dat het lopen van de luis of juist niet? Nee, dat lopen voel je niet. Het speeksel van de luis veroorzaakt een soort allergische reactie. Daardoor krijg je jeuk.
Hoe zit dan nou met het luizenleven? Een volwassen hoofdluis leeft ongeveer een maand. Een vrouwtje legt in die tijd 250 eitjes. De eitjes noem je neten. Na een dag of 6, 7 komt uit z'n eitje een babyluis. Die drinkt bloed, groeit en groeit. Na nog eens een dag of zeven, zo'n twee weken heb je opnieuw een volwassen hoofdluis. Zo begint het verhaaltje weer opnieuw.