Ik ben in Den Haag bij de Tweede Kamer. Hier achter werken de 150 volksvertegenwoordigers, die zijn gekozen tijdens de Tweede Kamerverkiezingen. Die 150 volksvertegenwoordigers hebben allemaal een eigen stoel in de kamer. Zo’n stoel noem je een zetel. De Kamerleden hebben als belangrijke taak de regering te controleren. De ministers uit de regering moeten dan in dit gebouw uitleg geven aan de Kamer. De Kamerleden horen bij een politieke Partij, zoals de VVD, D’66 of de PVV. Deze partijen hebben meerdere zetels in de Tweede Kamer, maar er zijn ook kleine politieke partijen die bijvoorbeeld maar één zetel hebben. En er zijn zelfs politieke partijen die helemaal geen zetels hebben, omdat ze te weinig stemmen hebben gekregen. Elke vier jaar vinden er Tweede Kamerverkiezingen in Nederland plaats en soms ook tussendoor als een kabinet is gevallen. Bij die verkiezingen mag iedereen boven de 18 jaar zijn stem uitbrengen. Dat zijn ongeveer 12 miljoen mensen! Stemmen is een recht, geen plicht. Er zijn ook mensen die niet gaan stemmen. Zij hebben dan ook geen invloed op de uitslag.
Stemmen doe je op een kandidaat. Al die kandidaten staan op een lange lijst. De kandidaten zijn weer onderdeel van politieke partijen die ze vertegenwoordigen. Bij iedere verkiezing is het weer spannend hoeveel stemmen ze halen. En bij kleine politieke partijen is het afwachten of ze wel genoeg stemmen halen om in de Tweede Kamer te komen.De politieke partijen die de meeste stemmen krijgen, krijgen ook de meeste zetels in de kamer. Zo zijn er grote partijen die bij verkiezingen wel 25,30 of zelfs 40 zetels winnen. En andere kleinere partijen behalen er bijvoorbeeld maar 8. En er zijn partijen die helemaal geen zetels krijgen, terwijl er wel op hen is gestemd. En hoe meer zetels, hoe meer invloed. Om een zetel in de kamer te bemachtigen heb je een bepaald aantal stemmen nodig. Hoeveel dit er moeten zijn, wordt bepaald door de zogenaamde kiesdeler. Dit is het totale aantal uitgebrachte stemmen gedeeld door het aantal beschikbare zetels. Tijdens de verkiezingen in bijvoorbeeld 2017 werden er ruim 10 miljoen stemmen uitgebracht. Als je dit deelt over 150 zetels, moeten er dus 70.000 mensen hun stem voor jou uitbrengen om je één zetel in de kamer te bezorgen. Je hoeft als politieke partij dus maar relatief weinig stemmen te hebben om een zetel te winnen en daarmee te kunnen meebeslissen in de Tweede Kamer. Deze kiesdeler is een belangrijk democratisch recht, maar hierdoor zijn er ook véél partijen in de Tweede Kamer. Zo zijn er na de verkiezingen van 2017 wel 13 partijen in de kamer. Sommige mensen vinden dat té veel partijen. Daarom vinden zij dat er een kiesdrempel moet komen. Met deze drempel zou het bijvoorbeeld verplicht kunnen worden om minimaal 4 zetels te halen om in de kamer te komen. Hierdoor zouden er minder politieke partijen in de Tweede Kamer zetelen en zo zouden er makkelijker beslissingen kunnen worden genomen.