In 1806 werd Lodewijk Napoleon de eerste Koning van Holland. Of, zoals hij zelf altijd scheen te zeggen: ‘Konijn van Holland.’ En die koning, moest een woning. Op naar Den Haag dus, waar ook toen al sinds eeuwen de regering zat.
Maar daar hield Konijn Lodewijk het niet lang uit. Het was in Den Haag maar een saaie bedoening, want Madurodam was nog niet gebouwd. Lodewijk wilde naar Amsterdam! Toen veruit de belangrijkste stad van Holland, en een knooppunt voor de handel, en wandel langs de grachten.
Lodewijk ging verpaleizen. Hij nam zijn intrek in het Amsterdamse stadhuis op de Dam, dat sindsdien het Paleis op de Dam is. Vanaf zo’n 1808 werd Amsterdam officieel beschouwd als de hoofdstad van Holland.
Twee jaar later werd Lodewijk Napoleon z’n paleisje alweer uitgetrapt, en daar kwam in 1815 de nieuwe Koning Willem voor terug. Hij nam zijn residentie weer in Den Haag, maar Amsterdam mocht wel de hoofdstad blijven. En zo is het nog steeds: Den Haag de Hofstad, Amsterdam de Hoofdstad.
Sinds 1983 pas is deze status in de grondwet opgenomen: ‘de koning wordt ingehuldigd in de hoofdstad Amsterdam’. En die andere Oranje-jongens ook.