Mensen die protestborden en spandoeken omhooghouden of samen leuzen roepen. Het is vaak te zien bij mensen die staken. Ze hebben dan besloten om een deel van de dag of soms nog langer niet te werken, omdat ze ergens ontevreden over zijn. Bijvoorbeeld omdat ze een beter salaris willen. Ze vinden dat ze te weinig geld krijgen. Of ze vinden dat de werkdruk te hoog is, dat ze te hard moeten werken. Staken bestaat zeker al 200 jaar in Nederland. Ook in de tweede staking week heeft het openbaar vervoer op een aantal plaatsen in de ochtendspits stilgelegen. In ons land heb je ook officieel het recht om te staken. Je mag door je baas dus niet ontslagen worden als je staakt. Met staken hopen mensen hun zin te krijgen en dat heeft best vaak succes. Want als er bijvoorbeeld geen bussen of treinen rijden of het vuilnis wordt niet meer opgehaald, of kinderen krijgen geen les omdat juffen en meesters actievoeren, dan valt dat heel erg op. En dat komt dan in het nieuws en veel mensen praten erover en de bazen van de bedrijven of de regering doen dan meestal meer hun best om een oplossing te vinden zodat de stakers tevreden zijn en iedereen weer aan het werk gaat.