Bijna drie weken na het begin van de gijzelingsacties bij Bovensmilde en de Punt, besloot de regering gewapenderhand eraan een einde te maken. Dit zijn beelden uit 1977. Een aantal jonge Molukkers grijpen naar geweld: Brandstichting, gijzelingen en treinkapingen waar zelfs doden bij vallen. Deze Molukse jongeren zijn boos en voelen zich ongehoord. Hoe heeft dit zo kunnen komen? Laten we even terugspoelen.. Deze koffer is van een Molukse militair geweest. In de jaren 50 komt hij samen met 12.500 andere Molukse militairen én hun gezinnen, vanuit Indonesië naar Nederland. Deze mensen moeten onderdak krijgen, maar Nederland heeft dan nog weinig ervaring met het opvangen van zo’n grote groep migranten. Wie zijn de Molukkers? En waarom komen ze naar Nederland? Molukkers komen oorspronkelijk van de eilandengroep de Molukken, dat ligt in Indonesië. De Molukkers zijn in Indonesië echt een aparte groep. Met een eigen cultuur en identiteit, anders dan de Indonesiërs. Zo zijn bijvoorbeeld veel Molukkers Christelijk en veel Indonesiërs zijn moslim. Indonesië is tot 1949 een Nederlandse kolonie. Het heet dan Nederlands-Indië. In 1942 breekt ook in Azië de Tweede Wereldoorlog uit en Nederlands-Indië wordt bezet door Japan. Na drie jaar oorlog, geeft Japan zich over. Indonesische onafhankelijkheidsstrijders grijpen hun kans en roepen de onafhankelijkheid van de Republiek Indonesië uit. Maar Nederland wil ‘ons Indië’ behouden en stuurt het Nederlandse leger. Zo begint de koloniale oorlog. Ook veel Molukkers vechten mee. Aan de kant van Nederland. Zij dienen namelijk in het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger, kortweg KNIL. Op de koloniale oorlog is wereldwijd veel kritiek en in 1949 moet Nederland onder druk van de Verenigde Naties de onafhankelijkheid van Indonesië erkennen. Vanaf dan is Nederlands-Indië verleden tijd en de Republiek van Indonesië een feit. Na de onafhankelijkheid willen de Molukkers het liefste een eigen staat. In 1950 roepen ze de RMS uit: de Republik Maluku Selatan. Maar Indonesie erkent de Molukse Republiek niet. Net als andere landen. En voor Nederland is het ook lastig: De regering wil Indonesië te vriend houden. Veel Molukse KNIL-militairen zijn op dat moment nog op Java. De Indonesiërs zien hen als landverraders. De regering daar geeft deze militairen de keuze: stoppen als militair of aansluiten bij het Indonesische leger. Een lastige keuze… De Molukse militairen voelen zich helemaal niet verbonden met Indonesië. Het liefst willen ze terug naar de Molukken om zich aan te sluiten bij de onafhankelijkheidsstrijders van de RMS. De situatie verergert en de Molukse militairen en RMS-aanhangers zijn niet langer veilig in Indonesië. Nederland besluit daarom de 12.500 KNIL-militairen met hun gezinnen naar Nederland te halen. Tijdelijk. Kijk, op deze foto zie je één van de eerste schepen met Molukkers die aankomen in Nederland. Voorjaar 1951. Vanuit een warm land helemaal aan de andere kant van de wereld, komen ze na een maand reizen aan in het koude Nederland. Dan gebeurt er iets aan boord, dat grote gevolgen zal hebben… Dit is mijn vader. Oud-soldaat ja. Mijn vader was in het leger korporaal. Toen ze weggingen, toen dachten ze.. Toen werd ze gezegd: jullie gaan voorlopig naar Nederland. Dus toen dachten die mensen: nou we behouden nog ons status als militair. Van de lagere school in Indonesië.. en ik weet niet hoeveel jaar dat was, de lagere school... is het gelijk die militaire dienst ingegaan. En dat was voor hem eigenlijk zijn leven. Soldaat. Later krijg ik dus te horen van verhalen van mijn vader dat toen wij dus hier aankwamen, dat hij direct ontslagen werd uit militaire dienst. Via de scheepsradio krijgen de KNIL-militairen te horen dat ze ontslagen zijn uit het Nederlandse leger. De mannen zijn er kapot van. Je komt dus aan in Nederland. Je bent je land kwijt, je thuis, een deel van je familie, je baan en alles wat je bezit zit in die ene koffer. Jullie kwamen in Nederland aan met de Atlantis. Klopt. Hoe zijn jullie opgevangen? Nou daar vertel je me wat. Ik was twee maanden, wij werden gewoon... naar mijn verhaal, wat ik gehoord heb... werden wij in de bussen gezet en gingen we naar Amersfoort. Daar waren de barakken en werden we gecheckt of er ziektes zijn of wat dan ook. En zijn we daar... ik weet niet hoelang we gebleven zijn... maar van daaruit zijn we naar Westerbork gegaan. De Nederlandse regering organiseert opvangplekken om de Molukkers tijdelijk onder te brengen. In kloosters, kazernes, maar ook op plekken waar de nazi’s tijdens de bezetting Joden en verzetsleden gevangenhouden. In het voormalige doorgangskamp Westerbork en concentratiekamp Vught. De voormalige kampen, krijgen wel nieuwe namen.. Dit was jullie dorp met alles erop en eraan. Ja.. Alle jaargetijden van de mensen hebben we hier meegemaakt. Van geboorte tot dood, trouwen, noem maar op. En we hadden hier alles. Dus als we dit als jullie barak voorstellen dan... Ja. Het zag er dan iets anders uit. Maar die kleuren zijn hetzelfde. En dat hout ook. Kijk maar hoe dun het is. En zulke deuren.. Die zijn ‘s nachts dan open en dat kleppert dan. En de tocht ging hier dwars doorheen? Ja kijk maar. Dan begint het wachten. De Molukse families mogen niet werken en krijgen zo’n 3 gulden zakgeld per week . Niet echt veel . De dagelijkse pot schaft Hollandse kost uit de gaarkeuken en de woonomstandigheden zijn belabberd. De Molukkers dromen van het moment dat ze weer teruggaan naar huis, naar hun eigen onafhankelijke Molukse staat.
Veel van hen hebben dan ook altijd een koffertje bij de deur klaarstaan. De jaren verstrijken en langzaam maar zeker begint bij de Nederlandse regering en bij de Molukkers het besef door te dringen dat dit verblijf niet tijdelijk is. Indonesië is niet veilig voor de Molukse gezinnen en een eigen Molukse staat is er al helemaal niet. De regering gaat op zoek naar een permanente oplossing: De Molukkers verhuizen naar speciaal ingerichte woonwijken waar, op hun voorwaarden, alleen Molukkers mogen wonen. Zo kunnen ze hun eigen cultuur en identiteit behouden. Maar het verlangen naar de Molukken en naar een eigen onafhankelijke staat blijft. Onder de nieuwe generaties, die de pijn van hun ouders voelen, groeit de onvrede en de woede. Waarom zijn ze zo behandeld en vernederd? Hun toestand lijkt uitzichtloos. En in de jaren 70 escaleert de situatie…Een aantal jonge, geradicaliseerde Molukkers grijpen naar geweld. Ze stichten brand, gijzelen een schoolklas, bezetten het Indonesische consulaat en kapen tot twee keer toe een trein. De Nederlandse bevolking weet maar weinig van de achtergrond van de Molukkers en is verbijsterd. De Nederlandse regering grijpt hard in.
De treinkaping bij de Punt wordt met geweld beëindigd door de inzet van het leger. Er vallen acht doden, onder wie twee gegijzelden en zes Molukse kapers. Niet alle Molukkers zijn het eens met deze gewelddadige acties van de radicale, jonge Molukkers, maar veel van hen begrijpen het wel.. Strijden ze tenslotte niet voor hun erkenning en vrijheid? Het was natuurlijk een schok toen we hoorden dat er treinen werden gekaapt. Dat er geweld bij kwam en dat er ook doden bij vielen. Dat is natuurlijk niet iets wat we goed kunnen keuren. Maar we hadden wel de behoefte om te zeggen van ja: wij voelen wel mee met wat... waarom de jongens dat hadden gedaan. Want die situatie van trauma’s overgebracht naar hen toe, waarom zij die acties hebben ondernomen, die hebben wij thuis ook. De geweldsacties en protesten pakken niet uit zoals de Molukkers hoopten. Vandaag de dag is er nog steeds geen erkenning en ook is er geen Molukse staat. Bovendien begrijpen veel Nederlanders de geschiedenis, de pijn en de frustratie van de Molukkers niet. Vroeger was hier een maquette nog. En ik sta met mijn kinderen om die maquette en we staan zo te praten en dan zegt mn zoon: pa, waar ben je geboren? En ik zeg daar, barak 85. En dan kijken die blanke mensen me aan: huh. Hij ziet er niet Joods uit. Hoe kan hij hier geboren zijn? Dat soort dingen. Dus Nederlanders hebben vaak nog steeds geen idee? Nee. Van jullie geschiedenis? Nee.