Er is een vrouw: Maria van Magdala. Wat kijkt ze verdrietig. Haar beste vriend Jezus is dood. Zijn lichaam ligt in een graf. Dat is een kamer in een rots. Met een grote, zware steen voor de ingang. 'Jezus zou ons allemaal blij maken, maar we zijn hartstikke verdrietig,' denkt ze. 'Hij had ons het allermooiste cadeau ooit beloofd. En wat hebben we? Niks. Niet eens Jezus zelf. Wat moeten we nou doen zonder hem?'
Jezus is doodgemaakt door de bazen van het land. Ze waren bang dat hij de baas zou worden. Terwijl Jezus alleen maar over God vertelt ende mensen wil helpen.
Maria komt aan bij het graf. Hè?! De steen is weggerold! Stapje voor stapje gaat ze er heen. Wat donker! Durft ze naar binnen te kijken? Ja! Ze gelooft haar ogen niet. Het lichaam van Jezus is weg! Plotseling wordt het helemaal licht in de kamer. Ze beschermt haar ogen. Daar is een jonge man. Wat een prachtige witte kleren! De man is een engel. Wat is een engel? Weten jullie dat? Hij geeft licht. Hij is wit. Hij is wit? Een engel is iemand die iets over God vertelt aan de mensen. Een helper van God. Of een soort postbode van God. 'Wees niet bang', zegt hij. 'Je zoekt Jezus, maar hij is er niet meer. Hij leeft.' Maria rent zo snel ze kan. Ze moet de vrienden van Jezus halen!
De vrienden zitten huilend bij elkaar. Maria komt aangerend: 'Kom kijken! De steen voor het graf is weggehaald en het lichaam van Jezus is weg, en er is een engel!' 'Wat?!' roepen de vrienden. 'Het lichaam van Jezus weg?!' Ze rennen naar het graf. Rennen jullie mee? Kunnen jullie heel veel rennen?
Maria hoopt dat de engel er nog is. De steen is nog opzij gerold. Maar geen engel. En geen lichaam. Het is allemaal zo raar. Niemand weet iets te zeggen. Maria blijft alleen achter. Ineens moet ze heel erg huilen. Er loopt een man op haar af. 'Dat zal wel de tuinman zijn,' denkt ze. 'Maria,' zegt de man. 'Ik ken die stem. Dat, dat is de stem van Jezus!' Snel wrijft ze haar tranen uit haar ogen. Het is Jezus! 'U leeft!' Maria is zo blij. Alles komt weer goed! 'Ik was dood, maar nu leef ik,' zegt Jezus. 'Maar ik leef niet op de gewone manier. Ik leef nu voor altijd. Dat heeft God gedaan. Zo kan ik niet alleen jullie, maar ook de mensen over 1000 jaar helpen. Zo kan ik iedereen in de hele wereld het mooiste cadeau geven.'
Maria weet wat dat cadeau is. De liefde van God. Nu weet ze weer wat ze moet doen! Ze gaat iedereen vertellen over Jezus en Gods liefde! De liefde die nooit dood kan gaan. Wat zal ze Jezus een dikke, dikke knuffel hebben gegeven! Dat is lekker hè, een knuffel! Houden jullie ook van knuffels?