Tweehonderd jaar geleden was de gemiddelde levensverwachting in Nederland maar 35 jaar. Kun je je dat voorstellen? De meeste van jullie waren dan al bij de geboorte overleden – en hadden de middelbare school niets eens gehaald. Door de opkomst van de moderne wetenschap en de Industriële Revolutie schoot onze leeftijd echter als een raket omhoog. We kregen allemaal schoon drinkwater, veilig voedsel en goede medicijnen. Daardoor worden we nu gemiddeld 85 jaar - bijna drie keer zo oud als in 1800. En dat is ook veel ouder dan in 1950, toen de AOW werd ingevoerd. Toen mensen voor het eerst pensioen kregen, werden we niet veel ouder dan zeventig jaar. Dat betekende dat mensen maar een jaar of vijf geld kregen van de overheid. Nu is dat anders: mensen krijgen vaak meer dan twintig jaar hun AOW uitgekeerd. Om dat te kunnen betalen, zullen we dus langer moeten gaan werken. Maar in de politiek is daar nog steeds grote weerstand tegen: veel politici vinden dat stoppen met werken op je 65ste een onaantastbare verworvenheid is. En dat heeft vooral te maken met onze filosofische kijk op wat werken is. De meeste filosofen hebben altijd neergekeken op werk. Zo vond de Griekse filosoof Aristoteles werken eigenlijk een vorm van slavernij. De Duitse denker Karl Marx had tweeduizend jaar later een soortgelijke opvatting: hij zag al die arme arbeiders in de fabrieken eigenlijk als slaven van de fabriekseigenaar. Volgens Marx was een samenleving dan ook pas rechtvaardig als niemand gedwongen was om te werken. Zo bekeken is het dus niet vreemd dat veel Nederlanders liever ophouden met werken zodra ze kunnen: we zien ons werk nog steeds als een ‘verplichting’. Maar deze negatieve kijk op werk is de afgelopen jaren achterhaald geraakt. In de jaren 50, toen de AOW werd ingevoerd, was het meeste werk verschrikkelijk zwaar en onderbetaald. Nu is dat anders: voor veel mensen is werken best comfortabel en goed betaald. Langer doorwerken is dus helemaal niet zo’n groot probleem. Mijn voorstel zou daarom zijn: geef de mensen met écht zwaar werk, zoals bouwvakkers, al op hun 63ste hun pensioen - en laat mensen die dat kunnen en willen lekker doorwerken tot hun 67ste. En dat brengt mij tot mijn prangende vraag aan de docent: hoe ziet u uw werk eigenlijk? Houdt u er het liefst zo snel mogelijk mee op? Of zou u de leerlingen dan te veel missen? Eerlijk zeggen!