Het leven van fabrieksarbeiders werd in de 19de eeuw steeds beter en de uitvinding van de fiets en de auto, dat waren grote vernieuwingen. En die maakten het leven een stuk leuker.
De eerste fiets was een loopfiets, zonder trappers en met houten wielen. Met je eigen benen maakte je snelheid en zo kwam je vooruit. Later kreeg de fiets een hoog groot voorwiel en een klein achterwiel en had hij trappers. En in 1885 zag de fiets er uit zoals je die nu kent. Twee gelijke wielen, trappers en een fietsketting erop.
Niet alleen de fiets was een uitvinding die het leven van veel mensen veranderde, er veranderde nog veel meer. Duizenden jaren hadden de mensen de wereld om hun heen getekend en geschilderd. Met de uitvinding van de fotografie werd dat allemaal helemaal anders. Sinds 1839 was het namelijk ineens mogelijk om beelden van mensen heel precies af te drukken. Smile! En wat dacht je van de telefoon? Kijk: nu bellen we elkaar de hele dag, maar de telefoon is pas uitgevonden in 1871. Je hoefde elkaar niet te zien om elkaar te spreken. Sterker nog: je hoefde je huis niet meer uit.
Hallo? Ja, ik kom eraan!
En op straat zag je ineens wonderlijk zelfrijdende wagens, zonder paard ervoor. Dat waren de eerste auto’s. En de mensen waren sprakeloos en dolblij met die uitvinding.
Zo’n auto was eigenlijk een stoommachine op een koets. En hij reed ook niet hard. De chauffeur moest elk kwartier uitstappen om het vuur in de stoommachine op te stoken en dan kon de auto weer even vooruit.
Een automobile was niet te betalen voor de gewone burger. Maar ze trokken natuurlijk wel heel veel bekijks op straat. Waar je ze ook kon zien was op het witte doek, in de bioscoop dus. Rond 1900 was ook het eerste bewegende beeld te zien: de uitvinding van de film. En dat was natuurlijk een heel spannend uitje!
Ongelooflijk veel vooruitgang heeft er in 100 jaar tijd plaatsgevonden. De mensen konden ineens fietsen, met elkaar bellen en sommigen konden er zelfs een dagje op uit met de auto. En dat begon allemaal met de uitvinding van… de stoommachine.